Werk en Inkomen
Utrecht is een vitale stad waarin alle Utrechters werken of participeren naar vermogen en voldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien.
lees meerDoelenboom
Doelstellingen
Bedragen zijn in duizenden euro'sDoelstelling 1
Utrecht is een vitale stad
Subdoelstelling(en)
Utrecht heeft voldoende werkgelegenheid
Doelstelling 2
Utrechters werken of participeren naar vermogen en zijn zelfredzaam
Subdoelstelling(en)
Utrechters werken of participeren naar vermogen en zijn zelfredzaam
Doelstelling 3
Utrechters worden niet financieel belemmerd om deel te nemen aan het maatschappelijk leven
Subdoelstelling(en)
Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering
Utrechters die financieel niet in staat zijn om te participeren worden ondersteund
Utrecht is een vitale stad
Utrecht heeft voldoende werkgelegenheid
Er is voldoende werkgelegenheid voor wie wil en kan werken
Voor iedereen die kan werken moet dat perspectief aanwezig zijn.
Inzet werkgelegenheidsoffensief
Het werkgelegenheidsoffensief is onderdeel van de brede aanpak Werken aan Werk. Het offensief zet in op het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, het matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en het stimuleren en behouden van werkgelegenheid. Dit doen we niet alleen, maar samen met onze partners: werkgevers, sociale ondernemers, ketenpartners en regiogemeenten.
Als pilot wordt een sluitende aanpak tussen onderwijs en arbeidsmarkt vormgegeven voor jongeren in kwetsbare positie en zonder een startkwalificatie. Onderwijs en werk en inkomen werken samen om vroegtijdig instrumenten in te zetten om jongeren meer kansen te bieden op instroom op de arbeidsmarkt.
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P1.1.1 Inzet werkgelegenheidsoffensief | 919 | 662 | 664 | 664 | 665 | 664 |
Totaal lasten | 919 | 662 | 664 | 664 | 665 | 664 |
Baten | ||||||
P1.1.1 Inzet werkgelegenheidsoffensief | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo lasten en baten | 907 | 662 | 664 | 664 | 665 | 664 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 198 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 709 | 662 | 664 | 664 | 665 | 664 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Utrechters werken of participeren naar vermogen en zijn zelfredzaam
Utrechters werken of participeren naar vermogen en zijn zelfredzaam
Utrechtse bijstandsgerechtigden werken of participeren naar vermogen
Werk biedt bewoners de mogelijkheid om zich te ontwikkelen, te emanciperen en deel te nemen aan de samenleving. Daarnaast biedt het jongeren de ruimte zich te ontwikkelen en talenten te benutten. Voor iedereen die kan werken moet dat perspectief aanwezig zijn.
Samen met het bedrijfsleven zorgen wij ervoor dat Utrechters met een arbeidshandicap werken of participeren naar vermogen
Om de groep Utrechters met een handicap zo goed mogelijk te ondersteunen richting arbeidsmarkt of dagbesteding werken we onder meer samen met scholen, buurtteams, Wmo-instellingen en het werkgeversservicepunt (WSP). Deze samenwerking kent zowel een lokaal als regionaal karakter en heeft als doel zoveel mogelijk mensen te plaatsen op een garantiebaan. Hiermee geven we nadere invulling aan de afspraken uit het sociaal akkoord.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E2.1.1.1 | Wijziging aantal bijstandsgerechtigden die werken of participeren (tot 65 jaar) ten opzichte van afgelopen jaar Landelijk | CBS | +9,8% | 6,7% | +2,5% | Nog niet bekend | |
E2.1.1.2 | Uitstroom uit de bijstand naar werk | 1.012 | 1.000 | Nog niet bekend | |||
E2.1.2 | % Wsw-ers dat gedetacheerd is | WenI | 65% | 63% | 65% | 65% |
[1] Voor 2016 wordt nog een stijging van het aantal personen in de bijstand verwacht, die samenhangt met autonome ontwikkelingen. Met onze eigen inzet in dienstverlening, streven we er naar om de stijging te beperken tot maximaal 5,6%.
Begeleiden en faciliteren van werkzoekenden, waarbij we streven naar regulier, betaald werk, werken met tijdelijke subsidie of werken met behoud van uitkering
Onze werkdienstverlening is continu in beweging. Met de komst van de Participatiewet is veel nieuw beleid ontwikkeld en gezocht naar innovatieve werkwijzen om werkzoekenden aan het werk te helpen. In 2016 gaan we door op de ingeslagen weg. We blijven inzetten op vereenvoudigen en vernieuwen, of het nu gaat om ons beleid, onze aanpak, onze focus of onze benadering van de doelgroepen. Dit doen we niet alleen, maar samen met onze partners: werkgevers, sociale ondernemers, ketenpartners en regiogemeenten. In regionaal verband bieden we de gezamenlijke dienstverlening aan werkgevers om baanafspraken te realiseren. Het WerkgeversServicepunt (WSP) speelt een belangrijke rol in deze contacten en zal in de acquisitie van werk en het maken van afspraken met werkgevers ook stevig inzetten op het creëren van mogelijkheden voor deze doelgroep.
De volgende bewegingen kenmerken onze werkdienstverlening in 2016:
- We ondersteunen en faciliteren werkzoekenden in hun beweging naar meer zelfredzaamheid en participatie. We zetten in op het ontwikkelen van mensen en streven daarbij altijd naar het hoogst haalbare. We zoeken naar een aanpak en naar instrumenten waarbij de prikkels zodanig zijn dat de werkzoekende zich uitgedaagd voelt om een volgende stap te zetten. Een voorbeeld is de wijkcontactdag, dat in samenwerking met de buurtteams wordt georganiseerd. Bijstandsgerechtigden worden hiervoor uitgenodigd. Doel is te bespreken hoever de werkzoekende staat in zijn ontwikkeling en de mogelijkheden verkennen voor het inzetten van dienstverlening. Door middel van kwalitatief onderzoek onderzoeken wij of onze dienstverlening werkzoekenden stimuleert en bijdraagt aan doorstroom en uitstroom.
- We continueren intensieve verbindingen met werkgevers. De werkgevers staan meer dan ooit centraal in onze dienstverlening. Zij hebben het werk en de banen. Met financiële prikkels (loonkostensubsidies), maar ook door bijvoorbeeld het bieden van opleiding, training en begeleiding op de werkplek stimuleren we werkgevers banen te bieden.
- We willen naar een groot marktaandeel voor ons WerkgeversServicepunt (WSP); dat bereiken we als onze dienstverlening excellent is, dat wil zeggen: snel en adequaat. We verkennen waar de behoeften van werkgevers liggen en blijven met die inzichten onze dienstverlening vernieuwen. In 2016 zetten we daarvoor ook een aantal nieuwe instrumenten in waaronder de werkgeversscan.
- We hebben meer doelgroepen, deze zijn divers van aard en vragen diversiteit in aanpak. Met de komst van de Participatiewet zijn er nieuwe doelgroepen bij gekomen. In 2015 hebben we ervaring opgedaan met deze nieuwe doelgroep in de vorm van pilots. In 2016 implementeren we de best practices van deze werkwijze. We hanteren het uitgangspunt ‘standaard waar het kan, maatwerk waar nodig’. Daarbij innoveren we ook door andere vormen van (digitale) dienstverlening aan te bieden.
- We ontwikkelen arrangementen voor werkzoekenden, met als centraal kenmerk dat plaatsing op werk leidend is. De focus van onze dienstverlening ligt volledig op werk. Belangrijk daarbij is dat alle vormen van werk van waarde kunnen zijn. We blijven zoeken naar nieuwe vormen; meer soorten werk, meer varianten die doorstroom bevorderen, meer vormen waarin werk en scholing samen gaan.
- Inzet van instrumenten voor werkzoekenden en werkgevers doen we uitsluitend als deze ondersteunend zijn aan een concrete werkplek. Dat kan voor werknemers gaan om het laatste zetje om een baan te aanvaarden, maar ook om scholing of begeleiding on-the-job. We streven naar optimale flexibiliteit in de toepassing van het instrumentarium, zodat onze professionals de in te zetten arrangementen op maat kunnen toesnijden. Voor werkgevers gaat het om het creëren van een aantrekkelijk klimaat om onze doelgroepen in dienst te nemen, vooral door kosten en risico’s te verminderen.
- We leggen de focus op wat de werkzoekende wel kan en compenseren wat hij niet kan. De Participatiewet kent als uitgangspunt dat ieder werkt naar vermogen. In 2015 hebben we ervaring opgedaan met nieuwe mogelijkheden als loonwaarde meting en de aanpak in onze voorziening Opmaat. Daarmee wordt het mogelijk om bij elke werkzoekende uit te gaan van wat hij of zij wél kan en compensatie te bieden voor wat hij niet kan. De ervaring die we hebben opgedaan met de loonwaarde meting maakt dat we in de kop van het proces nog beter kunnen voorspellen welke mogelijkheden iemand heeft en welke dienstverlening daar het beste bij aansluit.
- We stimuleren bedrijvigheid en ondernemerschap en zorgen dat dit kansen biedt voor onze doelgroepen. We zien sociaal ondernemers als een belangrijke motor voor maatschappelijke vernieuwing en innovatieve oplossingen. We intensiveren de samenwerking met sociaal ondernemers om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van werkloosheid en het bieden van kansen aan de groep Utrechters die nog geen (betaald) werk hebben. Samen met sociaal ondernemers willen we betaalde en onbetaalde werkplekken organiseren. Dit doen we onder meer door het opzetten en door ontwikkelen van business cases met sociaal ondernemers en door het aangaan van creatieve samenwerkings- en financieringsvormen, zoals social impact bonds (SIB). Een mooi voorbeeld hiervan is de SIB rond The Colour Kitchen die ook in 2016 nog loopt. We willen hiervan leren en de ondernemende manier van werken ons eigen maken. We zoeken naar een manier om de impact van deze samenwerking(svormen) te meten. We stimuleren en nemen actief deel aan de Social Impact Factory, een on- en offline platform waar organisaties, sociaal ondernemers en initiatieven elkaar vinden. Met het netwerk in de Social Impact Factory pakken we samen op een innovatieve en creatieve manier maatschappelijke vraagstukken aan, waaronder die op de arbeidsmarkt. We stimuleren en faciliteren de beweging naar meer sociaal ondernemen: het nieuwe normaal.
- In 2016 zetten we, samen met de overige gemeenten in de arbeidsmarktregio, verder in op de aanpak jeugdwerkloosheid. Nog meer dan de voorgaande jaren richten we ons op jongeren in kwetsbare posities. De succesvolle aanpak van onder andere jobhunters zetten we voort en hun takenpakket breiden we uit met het vinden van leerwerkbanen. Samen met onderwijs zetten we in op de jongeren die zonder startkwalificatie uitvallen bij het onderwijs om hen naar een goede werkplek te bemiddelen, onder andere door de inzet van scholingsadviseurs. We faciliteren de verschillende actoren die in onze regio de jeugdwerkloosheid bestrijden en houden het netwerk wat we al hebben opgebouwd in stand en breiden dit waar mogelijk uit. Zelf geven we als gemeente het goede voorbeeld door invulling te geven aan het met Team Sterk afgesloten werkakkoord. Organisatorisch zoeken we daarnaast naar samenwerking met partners om gezamenlijk op te trekken, zoals met het UWV (in het kader van Samen naar een Werkende Toekomst) en de aanpak ‘Utrecht zijn we Samen’.
Organiseren van betaald werk voor personen die behoren tot de doelgroep van de Wsw (begeleid werken of Wsw dienstbetrekking)
Met het dichtzetten van de Wsw neemt het aantal personen met een Wsw dienstverband geleidelijk af. Om op deze veranderen in te spelen, voert UW het (in 2015 door de gemeenteraad vastgestelde) transitieplan uit. UW draagt zorgt voor de renovatie van het pand aan de Niels Bohrweg, zodat alle activiteiten van UW op één locatie zijn geconcentreerd. De lokale en regionale samenwerking krijgt onder meer vorm door deelname van UW aan de Utrechtse Werktafel.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P2.1.1.1 | Aantal plaatsingen op werk volwassenen | WenI | n.v.t. | 2.627 | 3.000 | Nog niet bekend | |
P2.1.1.2 | Aantal plaatsingen op school jongeren | WenI | n.v.t. | 183 | 150 | Nog niet bekend | |
P2.1.2 | Realisatie Wsw-dienstbetrekking en begeleid werken | WenI | 768 | 776 | 709 | 605 |
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P2.1.1 Re-integratie | 20.302 | 22.302 | 19.331 | 18.840 | 18.857 | 18.802 |
P2.1.2 Sociale werkvoorziening | 28.557 | 28.728 | 26.486 | 26.486 | 26.488 | 26.483 |
P2.1.3 Inburgering | 94 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 48.953 | 51.030 | 45.817 | 45.326 | 45.345 | 45.285 |
Baten | ||||||
P2.1.1 Re-integratie | 15.152 | 1.008 | 1.008 | 1.008 | 1.008 | 1.008 |
P2.1.2 Sociale werkvoorziening | 25.276 | 4.199 | 4.199 | 4.199 | 4.199 | 4.199 |
P2.1.3 Inburgering | -283 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 40.145 | 5.207 | 5.207 | 5.207 | 5.207 | 5.207 |
Saldo lasten en baten | 8.808 | 45.823 | 40.609 | 40.119 | 40.137 | 40.078 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 1.052 | 3.069 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 7.756 | 42.754 | 40.609 | 40.119 | 40.137 | 40.078 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 2.1.1 Re-integratie
De lasten op de doelstelling Re-integratie zijn in 2016 2,971 miljoen euro lager dan in 2015, dit heeft de volgende oorzaken:
- Bij de Jaarstukken 2014 zijn bestedingsvoorstellen gedaan voor het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid, regionaal project ontsluiten werkzoekenden bestand, het overschot op het Participatiebudget en voor versterking economische structuur. De verwerking hiervan zorgt ervoor dat de lasten in 2016 1,569 miljoen euro lager zijn.
- In 2015 is de besteding ten laste van het Revolverend fonds incidenteel begroot, hierdoor zijn de lasten in 2016 1,5 miljoen euro lager.
- Overige oorzaken 0,1 miljoen euro.
Het verschil in de baten tussen de begroting 2015 en de realisatie 2014 wordt veroorzaakt door een wijziging in de financieringssystematiek. Tot 2015 werden de rijksmiddelen rechtstreeks via een specifieke uitkering toegekend. Sinds de participatiewet zijn de middelen onderdeel van de algemene uitkering en zijn ze niet afzonderlijk zichtbaar op het product.
Prestatiedoelstelling 2.1.2 Sociale werkvoorziening
De lasten dalen in 2016 ten opzichte van 2015 met 2,25 miljoen euro vanwege het incidentele transitiebudget dat in 2015 voor de transitie van UW Holding beschikbaar is gesteld.
Het verschil in de baten tussen de begroting 2016 en de realisatie 2014 komt door de gewijzigde financieringssystematiek (zie de toelichting bij prestatiedoelstelling 2.1.1).
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
De onttrekkingen aan de reserves in 2015 hebben voor 1,569 miljoen euro betrekking op de verwerking van de bestedingsvoorstellen 2014 en voor 1,500 miljoen euro op de incidenteel begrote onttrekking aan het Revolverend fonds.
Utrechters worden niet financieel belemmerd om deel te nemen aan het maatschappelijk leven
Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering
Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering
Door het verstrekken van een bijstandsuitkering bieden we mensen (tijdelijk) een vangnet. We zetten alles op alles om de instroom te beperken en de uitstroom te bevorderen. Ook tijdelijke uitstroom is daarbij waardevol.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E3.1.1 | Aantal huishoudens met bijstandsuitkering: volwassenen (27-65) | WenI | 8.521 7.614 | 9.236 8.313 | 10.450 9.375 | Nog niet bekend |
Rechtmatig en doelmatig verstrekken van bijstandsuitkeringen
Het aantal mensen met een bijstandsuitkering zal in 2016 verder groeien. De voornaamste reden is de instroom van nieuwe doelgroepen als gevolg van de Participatiewet. De meest actuele prognose, gebaseerd op cijfers van het Centraal Plan Bureau, geeft aan dat het aantal Utrechters met een bijstandsuitkering eind 2016 uitkomt op 10.450. Daarmee is de stijging minder groot dan in 2015.
De initiatieven die we vanuit het programma ‘Werken aan werk’ inzetten richting ondernemers teneinde meer werk te creëren, zijn creatief en vernieuwend. Die creativiteit is ook nodig aan de kant van onze aanpak en dienstverlening richting bijstandsgerechtigden. Vanuit dat oogpunt zetten we een aantal vernieuwingen in.
Ons uitgangspunt bij het verstrekken van bijstandsuitkeringen is dat de kaders waarbinnen we werken, niet leidend zijn, maar aansluiten bij de arbeidsmarkt en bij de weg naar werk of participatie. Vanuit een project ‘flexibilisering van de bijstand’ kijken we in de breedte (regelgeving maar ook processen) naar wat er nodig is om de weg naar werk of participatie makkelijker te maken. De behoefte van de bijstandsgerechtigde staat daarbij centraal. Belemmeringen die zij ondervinden op gebied van regelgeving of op gebied van onze dienstverlening, nemen we weg. Een voorbeeld hiervan is het experiment ‘Weten wat Werkt’. Met dit experiment toetsen we verschillende vormen en maten van regels en voorwaarden in de bijstand en vervolgens het effect daarvan op uitstroomresultaten, het welbevinden van de bijstandsgerechtigde, de inzet van de gemeente, etcetera. Zo onderzoeken we aan de hand van de praktijk hoe we komen tot een optimale aanpak met maximaal resultaat.
De beoogde vereenvoudiging en flexibilisering zien we ook op gebied van handhaving. Het eerder geïntroduceerde concept hoogwaardig handhaven verankeren we meer in onze dienstverlening. Daarnaast wordt de fraudewet naar verwachting in 2016 landelijk zo aangepast, dat meer maatwerk mogelijk is en minder vanuit standaard regels wordt gedacht. Van deze ruimte maken wij nu al gebruik, naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de fraudewet. Verwijtbaarheid en persoonlijke omstandigheden zijn belangrijke criteria bij de beoordeling van boetes. Meer maatwerk moet op die manier leiden tot een beter beeld van onze doelgroep, zodat we daar met onze dienstverlening beter op kunnen inspelen en fraude in vroeg stadium kunnen helpen voorkomen. Daar waar we fraude niet kunnen voorkomen, zetten we in op vroegtijdig opsporen ervan, teneinde het fraudebedrag zo laag mogelijk te houden. De ambitie van het aantal beëindigde en niet toegekende uitkeringen als gevolg van fraude staat op 375. In het kader van consequent handelen bij fraude zetten we in op volledig terugvorderen van ten onrechte verstrekte bijstand.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P3.1.1 | Aantal beëindigde en niet toegekende bijstands-uitkeringen door handhaving | WenI | 321 | 391 | 375 | 375 | |
P3.1.1 | Bedrag incasso op openstaande schuld bij voormalig bijstands-gerechtigden | WenI | 3,183 miljoen euro | 3,1 miljoen | 3 miljoen euro | 3 miljoen euro |
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P3.1.1 Verstrekken bijstand | 157.063 | 160.272 | 160.657 | 160.692 | 160.759 | 160.542 |
Totaal lasten | 157.063 | 160.272 | 160.657 | 160.692 | 160.759 | 160.542 |
Baten | ||||||
P3.1.1 Verstrekken bijstand | 146.717 | 146.183 | 145.986 | 145.799 | 145.719 | 145.719 |
Totaal baten | 146.717 | 146.183 | 145.986 | 145.799 | 145.719 | 145.719 |
Saldo lasten en baten | 10.346 | 14.089 | 14.672 | 14.893 | 15.041 | 14.823 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 10.346 | 14.089 | 14.672 | 14.893 | 15.041 | 14.823 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 3.1.1 Verstrekken bijstand
De financiële doorwerking van de verwachte bestandsontwikkeling in 2016 en de voorlopige rijksuitkering wordt volgens de geldende begrotingsregels bij de Voorjaarsnota 2016 verwerkt. De lasten stijgen in 2016 door hogere toegerekende apparaatskosten (0,386 miljoen euro).Dit hangt samen met de formatiestijging die nodig is door het toegenomen beroep op bijstand (Voorjaarsnota 2015).
In 2015 is een nieuw verdeelmodel ingevoerd voor de verdeling onder gemeentes van rijksmiddelen voor bijstandsuitkeringen. De uitkomst van dit nieuwe verdeelmodel is voor de Gemeente Utrecht zeer ongunstig. Vrijwel direct na de bekendmaking van de budgetten aan gemeenten is duidelijk geworden dat het model niet goed werkt en daarmee niet leidt tot een objectieve verdeling van de middelen. We hebben een actieve lobby gevoerd om aanpassingen aan het model te bewerkstelligen. De resultaten van de aanpassingen worden pas in 2017 zichtbaar. Het ministerie heeft onlangs bekend gemaakt tot die tijd het vangnet te verruimen. Het maximale risico voor de gemeente bedraagt hierdoor 9 miljoen euro per jaar. Conform besluitvorming bij de Voorjaarsnota 2015 hebben wij binnen het programma Algemene Middelen via een stelpost middelen gereserveerd om de verwachte nadelen op te kunnen vangen.
Utrechters worden niet financieel belemmerd om deel te nemen aan het maatschappelijk leven
Utrechters die financieel niet in staat zijn om te participeren worden ondersteund
Geen Utrechter wordt vanwege financiële belemmeringen in zijn/haar participatie belemmerd
Dit doen we door ondersteuning voor de betaling van vaste lasten, participatie en maatwerk in de vorm van schuldhulpverlening en bijzondere bijstand.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E3.2.1 | Bereik armoederegelingen: U-pas | Armoede- | 95% 61% | [1] | ≥90% 67% | ≥90% 67% |
[1] Resultaten over 2014 zijn niet beschikbaar. Meting vindt één maal per twee jaar plaats met de armoedemonitor. In 2014 is geen meting uitgevoerd.
Bestrijden van armoede door financiële ondersteuning van huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen (vaste lasten, schuldhulpverleningen en bijzondere bijstand)
In 2016 gaan we uitvoering geven aan de vernieuwde armoedeaanpak in Utrecht. Deze aanpak is tot stand gekomen samen met ervaringsdeskundigen, belangenorganisaties, maatschappelijke en private partijen en wetenschappelijke organisaties. De nieuwe armoedeaanpak kent vijf hoofdlijnen:
- Preventie en vroegsignalering
- Aandacht bij schulden
- Doorbreken van het complexe systeem in Utrecht, inclusief een eenvoudiger en logischer pakket aan armoederegelingen
- Doorbreken van het complexe systeem buiten Utrecht; lobby richting het Rijk
- Stimuleren maatschappelijke allianties en initiatieven.
De trend rond het aantal aanvragen bijzondere bijstand voor bewindvoering heeft zich in 2015 doorgezet. De kosten bedragen 55% van de totale kosten bijzondere bijstand. Om hier meer grip op te krijgen gaan we inzetten op het beperken van de instroom door preventie en vroegsignalering en inzet van andere voorzieningen zoals ondersteuning vrijwilligers en/of budgetbeheer door de afdeling Werk en Inkomen.
Met betrekking tot schulddienstverlening werken we aan het verder versterken van de samenwerking met verschillende partijen in de stad. De focus ligt in 2016 op het verder vormgeven van de samenwerking met de Buurtteams zodat er een sluitende keten ontstaat. Voor mensen met meervoudige problematiek, waaronder financiële problemen, ligt de toegang bij de buurtteams. Mensen die geen ondersteuning nodig hebben op andere leefgebieden kunnen zich rechtstreeks aanmelden bij de afdeling Werk en Inkomen. Het streven is om iedereen met schulden een aanbod te doen. Daarbij hebben korte doorlooptijden en een hoge effectiviteit nog steeds onze prioriteit.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P3.2.1.1 | Aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand | WenI | 3.283 | 3.405 | 3.500 | 3.500 | |
P3.2.1.2 | Aantal schuldregelingen | WenI | ca. 750 | 750 | 750 | 750 | |
P3.2.1.3 | Aantal huishoudens in budgetbeheer | WenI | 493 | 519 | 550 | 625 | |
P3.2.1.4 | Aantal U-pashouders | WenI | 28.159 | 32.529 | 36.000 | 36.000 | |
P3.2.1.5 | Aantal toekenningen individuele inkomenstoeslag | WenI | 6.869 | 7.106 | 6.000 | Nog niet bekend |
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P3.2.1 Armoedebestrijding | 18.953 | 20.266 | 17.866 | 17.879 | 17.904 | 17.823 |
Totaal lasten | 18.953 | 20.266 | 17.866 | 17.879 | 17.904 | 17.823 |
Baten | ||||||
P3.2.1 Armoedebestrijding | 236 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 |
Totaal baten | 236 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 |
Saldo lasten en baten | 18.718 | 20.086 | 17.686 | 17.699 | 17.724 | 17.643 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 1.575 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 18.718 | 18.511 | 17.686 | 17.699 | 17.724 | 17.643 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 3.2.1: Armoedebestrijding
De lasten dalen in 2016 met 2,4 miljoen euro. Hiervoor zijn de volgende verklaringen:
- In 2015 is de aanpassing van de taakstelling op armoede ten onrechte twee keer verwerkt. Met de begroting 2015 is via Amendement 55 de taakstelling voor 2015 met 1 miljoen euro teruggedraaid. Met de Voorjaarsnota 2015 is vervolgens de structurele taakstelling verminderd met 0,85 miljoen euro. Ten onrechte is deze aanpassing al vanaf 2015 in de begroting verwerkt. Dit had vanaf 2016 moeten gebeuren, omdat de taakstelling voor 2015 al was teruggedraaid (1 miljoen euro hogere lasten in 2015).
- Het overschot op armoede in 2014 van 1,5 miljoen euro is overgeheveld voor 2015 conform de besluitvorming bij de Jaarstukken 2014. Dit overschot 2014 is bedoeld om de verwachte tekorten voor 2015-2018 te dekken. (1,5 miljoen euro hogere lasten in 2015).
- De onttrekking aan de reserve in 2015 betreft het bovengenoemde overschot 2014 dat is toegevoegd aan het budget 2015.
Beleidsnota's
Meerjarige beleidsvoornemens die zijn opgenomen in beleidsnota's, -visies of -kaders:
- Kadernota Participatie en Inkomen (pdf, 1,2 Mb)
- Uitvoeringsnota 'Werken aan werk' (pdf, 3,7 Mb)
- Dienstverleningsconcept Werk en Inkomen (pdf, 125 kB)