Jeugd
Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien.
lees meerDoelenboom
Doelstellingen
Bedragen zijn in duizenden euro'sDoelstelling 1
Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
Subdoelstelling(en)
Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
De zelfredzaamheid van ouder/opvoeders en kinderen wordt versterkt
Opvoeden en opgroeien gaat altijd gepaard met kleine en grote vragen en problemen, die veelal door gezinnen zelf of met steun van de omgeving kunnen worden opgelost. Binnen alle onderdelen van de utrechtse zorg voor jeugd is het vergroten van de zelfredzaamheid van ouders/opvoeders en kinderen essentieel. Samen met partners uit onder andere het onderwijs, sport en welzijn organiseert Utrecht sterke collectieve voorzieningen die hier aan bijdragen: bijvoorbeeld scholen, sportverenigingen, de jeugdgezondheidszorg en het jongerenwerk. Deze voorzieningen zijn toegankelijk voor alle Utrechters, ook voor kwetsbare gezinnen en kinderen met een lichamelijke en/of psychische beperking. Om succesvol in te zetten op zelfredzaamheid van ouders en kinderen is het van belang dat het bevorderen van zelfredzaamheid binnen alle drie de sporen centraal staat. Dit betekent dat niet alleen binnen Gewoon Opvoeden maar ook bij de inzet van Buurtteams en de Aanvullende Zorg de kern is dat uitgegaan wordt van de mogelijkheden en wat wel kan. Hoe zwaar de problematiek soms ook is. Daarbij is de (hulp)vraag van het gezin, het kind of de jongere leidend en vormt de veiligheid altijd de ondergrens.
Gezinnen die dat nodig hebben worden ondersteund: om de zelfstandigheid te versterken en om een veilige en gezonde ontwikkeling mogelijk te maken
De ambitie om te ontzorgen staat niet op zichzelf, hieraan gekoppeld hoort de doelstelling om snel passende zorg te organiseren als de situatie hier om vraagt. Sommige gezinnen hebben (tijdelijk) ondersteuning nodig bij het opvoeden en de ontwikkeling van kinderen. Focus bij deze ondersteuning en zorg moet liggen op ‘doen wat nodig is’, inzet van de juiste expertise en tegelijkertijd het benutten van de mogelijkheden die er zijn. De ondersteuning moet aansluiten bij de eigen kracht van ouders en kinderen en deze versterken. Binnen deze doelstelling zijn tijdige signalering en het betrekken van de gespecialiseerde jeugdhulp van groot belang, om te voorkomen dat er ‘doorgemodderd’ wordt. Dit betekent dat binnen het Gewoon Opvoeden een belangrijke verantwoordelijkheid ligt voor het tijdig signaleren van problematiek die ondersteuning behoeft en dat de Buurtteams een sleutelrol vervullen in het betrekken van de specialistische Aanvullende Zorg.
Zorg voor Jeugd sluit goed aan bij de vraag van de gebruiker, is snel beschikbaar en eenvoudig en efficiënt georganiseerd
Bij het inrichten van de zorg voor jeugd is het gezin in het dagelijks leven het uitgangspunt. Een aantal elementen is hierbij van groot belang:
1) Begeleiding en zorg wordt geboden dichtbij waar de ouders en kinderen toch al komen. De zorg is gebiedsgericht georganiseerd en het principe ‘één gezin, één plan’ is leidend. Als er jeugdhulp nodig is, moeten ouders en kinderen niet hoeven wachten tot deze beschikbaar is.
2) Utrecht legt de verantwoordelijkheid primair bij de professional. Dit geeft ruimte voor professionele afwegingen en beslissingen. De verantwoording over wat we doen verloopt transparant en eenvoudig, de nadruk ligt hierbij op leren en ontwikkelen.
3) Praktische ondersteuning wordt gericht op het verminderen van de draaglast, (bijvoorbeeld door snel in te spelen op praktische problemen rond financiën en wonen) en het versterken van de draagkracht (bijvoorbeeld ouders met psychische of verstandelijke beperking) om daarmee het Gewoon Opvoeden waar het kan mogelijk te houden.
4) De gemeentelijke inzet is efficiënt en adequaat, administratieve lasten worden teruggedrongen.
5) Door de werkwijze van het Utrechts Model wordt een besparing gerealiseerd in de Aanvullende Zorg, bijvoorbeeld doordat kortere behandelingen mogelijk zijn en de instroom in de residentiële jeugdhulp wordt beperkt.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
Percentage ouders dat aangeeft weinig tot geen problemen te hebben met opvoeden | Utrecht | 2015 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Percentage jongeren dat op volwassen leeftijd in staat is het leven zelfstandig vorm te geven[1] | n.t.b. | 2015 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Percentage (leerlingen) met hoog/bovengemiddeld risico op psychosociale problemen | Jeugd-monitor | 2013 | 11% | 11% | 11% | 11% |
Percentage gezinnen dat aangeeft problemen (weer) zelf te kunnen oplossen | KTSD | 2016 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Aantal aangehouden jeugdige verdachten ten opzichte van het totaal aantal jeugdigen | Politie, BVH | 2,9% (2010) | 2,7% | 2% | 2,9% | 2,9% |
[1] Deze indicator wordt geoperationaliseerd als aantal jongeren met een startkwalificatie.
Basisvoorzieningen zijn georganiseerd en initiatieven worden ondersteund
Het is onze doelstelling om het Gewoon Opvoeden, het domein van alle ouders, kinderen, formele en informele organisaties, zo krachtig en toegankelijk mogelijk te maken en daarmee een stevige basis te leggen voor veilig en gezond opgroeien en opvoeden van alle kinderen. Samen met andere partners werkt de gemeente aan de collectieve voorzieningen in de stad die hier een belangrijke rol in spelen. Deze voorzieningen hebben verschillende taken en rollen, maar kennen ook gemeenschappelijke kernelementen.
- Een heldere, actief uitgedragen, pedagogische visie. We ondersteunen de doorontwikkeling van de Vreedzame wijk. Inmiddels zijn acht van de tien wijken Vreedzaam: vele maatschappelijke organisaties zijn actief en betrokken bij deze ontwikkeling en het onderhoud van de bijbehorende netwerken in de wijken. De vervolg stappen betreffen onder meer de invoering van de oudercomponent en een doorgaande lijn tussen het primair, voortgezet én middelbaar beroepsonderwijs.
- Sterke professionals, in het bijzonder waar het gaat om effectieve, vroegtijdige signalering.
- Samenwerking tussen professional en ouders. Professionals en ouders staan samen voor de ontwikkeling van kinderen in Utrecht, weten elkaar te vinden en spreken elkaar aan als dat nodig is.
- Mogelijkheden voor ouders om uit te wisselen met andere ouders en hun eigen kennis en competenties op het vlak van opvoeding en ontwikkeling te vergroten: dit wordt mede mogelijk gemaakt via de ouderlokalen in de brede scholen en door collectieve bijeenkomsten elders in de stad.
We ondersteunen en faciliteren de samenwerking tussen de partijen op deze kernelementen: zowel op stedelijk niveau als wijk gebonden. In de wijken zijn platforms actief waarbinnen professionals van verschillende organisaties elkaar ontmoeten en constructief samenwerken. Resultaat is dat ze samen duidelijk voor ogen hebben wat ze willen bereiken voor en met de gezinnen in de wijk. Ook worden er contacten gelegd tussen vrijwilligersorganisaties en bewoners.
Jongerenwerk biedt jongeren een steun in de rug bij het opgroeien. Daarbij is vanuit een pedagogische werkrelatie aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke participatie, gezond gedrag, ouderbetrokkenheid en het tegengaan van overlast. Bij het jongerenwerk heeft in 2014 een visitatie plaatsgevonden waarvan de bevindingen positief zijn. De visitatiecommissie bevestigt het beeld dat wij van partners in de stad krijgen: het jongerenwerk heeft in Utrecht een stevige ontwikkeling doorgemaakt, in lijn met de door ons beoogde doelstellingen. Het jongerenwerk is ook waardevol voor de samenleving. Jongeren worden gestimuleerd om te participeren in de samenleving en er wordt hen perspectief geboden. Daardoor wordt voorkomen dat vooral kwetsbare jongeren afglijden naar een kansloze positie in de samenleving. In zo’n positie voelen jongeren zich vaak buitengesloten. Dit kan zich uiten in woede en frustratie wat kan leiden tot overlast en gewelddadigheid. Voor de samenleving is het van belang dat er bruggen worden geslagen tussen de verschillende groepen in de stad, het jongerenwerk speelt daar een belangrijke constructieve rol in. In 2016 gaan we een nieuwe subsidierelatie aan voor de uitvoering van het jongerenwerk voor de jaren 2016 tot en met 2019. Hierin staat centraal dat we voortbouwen op de ingeslagen weg en werkwijze en een stevige positie van het jongerenwerk binnen het Gewoon Opvoeden.
Vanuit het programma Jeugd wordt financieel vooral bijgedragen aan ‘Vreedzaam’ en het Jongerenwerk. Tegelijkertijd wordt er inhoudelijk aan het bereiken van deze prestatiedoelstelling vanuit veel verschillende programma’s bijgedragen. Onder meer vanuit Maatschappelijke Ontwikkeling, Volksgezondheid, Onderwijs, Sport en Veiligheid. We zetten daarbij in op samenhang en daardoor versterking op de doelstellingen uit de verschillende programma’s. Dit doen we door de gemeentelijke opdrachten goed op elkaar af te stemmen en de uitvoerende partijen op wijkniveau bij elkaar te brengen.
Een stedelijk dekkend, goed functionerend, netwerk van buurtteams Jeugd en Gezin
De uitvoering van de generalistische zorg door de buurtteams wordt in 2016 verder versterkt. In 2016 zijn alle teams op volle sterkte, zowel inhoudelijk als ten aanzien van de benodigde capaciteit. De buurtteamorganisatie heeft daarmee haar opstartfase afgerond en naar verwachting zijn aan het einde van de 2016 de eerste structurele resultaten van de nieuwe werkwijze zichtbaar. Inhoudelijk ligt de focus van de buurtteams in 2016 op het verder vormgeven van de samenwerking met de andere partijen in het Utrechtse zorglandschap om de beweging naar de voorkant te realiseren. Consultatie van specialisten uit de aanvullende zorg, of samenwerking waarbij specialisten uit de aanvullende zorg ondersteunend aan de gezinswerker opereren, moeten de buurtteams in toenemende mate in staat stellen om cliënten dichtbij huis en vooral vanuit de buurtteams te ondersteunen. Ook met SAVE wordt intensief samengewerkt. In 2016 wordt ook verder gebouwd aan de samenwerking met de basisvoorzieningen: vooral de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs, de sociaal makel organisaties en het jongerenwerk. Voor de samenwerking met onderwijs geldt dat we, in navolging van de afspraken met het primair en voortgezet onderwijs (2015), in 2016 ook aan definitieve samenwerkingsvormen met het MBO en het Voortgezet Speciaal Onderwijs werken.
Passende aanvullende zorg voor gezinnen die dat nodig hebben
Om het Gewoon Opvoeden te versterken en de zorg door de Buurtteams te beperken, wordt vanuit de aanvullende zorg ten eerste praktische ondersteuning geboden. Praktische ondersteuning wordt ingezet, gericht om de draaglast te verminderen door bijvoorbeeld in te spelen op problemen rond financiën en wonen, door inzet van respijtzorg en door het versterken van draagkracht daar waar ouders (tijdelijk) kampen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen. Ten tweede wordt gespecialiseerde zorg ingezet aanvullend op het aanbod binnen het Gewoon Opvoeden en de Buurtteams (dit kan ambulante gespecialiseerde zorg zijn of in de vorm van het bieden van een vervangende leefomgeving). Deze vormen van aanvullende zorg bieden een kwalitatief goed, effectief en zo efficiënt mogelijk georganiseerd aanbod voor vragen waarin de basiszorg niet kan voorzien.
De transformatie in de aanvullende zorg staan nog aan het begin. Bij de verdere inrichting en vernieuwing hiervan staat de aansluiting op de werkwijze van de buurtteams centraal. In de ‘Inkoopstrategie jeugdhulp 2016’ (vastgesteld in de gemeenteraad op 9 juli 2015) zijn hiervoor vier lijnen vastgelegd:
- Een stevig en innovatief Utrechts Zorglandschap.
- Invulling van de taakstelling in aansluiting op de zorgvraag en de ‘beweging naar de voorkant’.
- Een zorgvuldig proces: intensief overleg met de betrokken aanbieders en Utrechtse jeugdzorgregio’s.
- Contractering en bekostiging waarin kwaliteit, behoud van expertise, eenvoud en flexibiliteit centraal staan.
Passende uitvoering van Jeugdbescherming Nieuwe Stijl om de veiligheid van kinderen te borgen
Jeugdbescherming Nieuwe Stijl is de inzet van de jeugdbeschermingsmaatregelen, jeugdreclasseringmaatregelen, inzet van Veilig Thuis en inzet op preventie (drang). De Jeugdbescherming wordt in 2016, net als in het afgelopen jaar, vanuit generalistisch werkende SAVE teams(Samen werken aan Veiligheid) uitgevoerd. De SAVE teams werken nauw samen met de buurtteams en zijn gericht op het borgen van de veiligheid van kinderen. In 2016 continueren we de doorontwikkeling van Jeugdbescherming Nieuwe Stijl. We bouwen voort op een daling van dwangmaatregelen door extra inzet op preventie en drangmaatregelen. Het bewaken van de ondergrens van de veiligheid is het uitgangspunt.
De ontwikkelopgave voor 2016 is naast de inhoudelijke doorontwikkeling het realiseren van een taakstelling van 10% op SAVE diensten.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
P1 | Bereik jongerenwerk | Verantwoording | 2013 | 2.223 | ||||
P1 | Cliëntervaring jongerenwerk | Verantwoording | 2015 | n.v.t. | ||||
P2 | Cliëntervaring buurtteams | Verantwoording buurtteamorganisatie | 2015 | n.v.t. | ||||
P2 | Tijd tussen melding en start contact | KTSD | 2015 | n.v.t. | ||||
P2 | % volgens plan beëindigde trajecten | KTSD | 2016 | n.v.t. | ||||
P2 | Aantal doorverwijzingen naar aanvullende zorg | KTSD | 2015 | n.v.t. | ||||
P3 | Tijd tussen melding en start hulp | Verantwoording zorgaanbieders | 2015 | n.v.t. | ||||
P3 | % volgens plan beëindigde trajecten | Rapportages zorgaanbieders | 2016 | n.v.t. | ||||
P3 | Cliëntervaring | Verantwoording zorgaanbieders | 2015 | n.v.t. | ||||
P4 | Aantal gedwongen maatregelen | Landelijke dataset | CBS: 2011 (1.525) | n.n.b. | ||||
P4 | Tijd tussen melding en start maatregel | Verantwoording van de gecertificeerde instelling | 2015 | n.v.t. | ||||
P4 | Aantal uit huis plaatsingen | Landelijke dataset | 2013 | n.v.t. | n.v.t. | n.t.b. | n.t.b. | |
P4 | Cliëntervaring van de gecertificeerde instelling | Verantwoording van de gecertificeerde instelling | 2015 | n.v.t. | n.v.t. | n.t.b. | n.t.b. |
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P1 Gewoon opvoeden | 375 | 3.551 | 2.919 | 3.279 | 3.669 | 3.707 |
P2 Buurtteams jeugd en gezin | 6.527 | 10.124 | 14.240 | 14.240 | 14.240 | 14.240 |
P3 Aanvullende zorg | 0 | 54.981 | 51.032 | 51.032 | 51.032 | 51.032 |
P4 Jeugdbescherming | 0 | 11.310 | 11.553 | 11.553 | 11.553 | 11.553 |
Totaal lasten | 6.901 | 79.966 | 79.743 | 80.103 | 80.493 | 80.531 |
Baten | ||||||
P1 Gewoon opvoeden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
P2 Buurtteams jeugd en gezin | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
P3 Aanvullende zorg | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
P4 Jeugdbescherming | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo lasten en baten | 6.751 | 79.966 | 79.743 | 80.103 | 80.493 | 80.531 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 325 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 6.751 | 79.641 | 79.743 | 80.103 | 80.493 | 80.531 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 1: Gewoon opvoeden
Gewoon Opvoeden is het domein van alle ouders, kinderen, formele en informele organisaties. Inspanningen van de gemeente voor het gewoon opvoeden doen we vanuit meerdere programma’s, bijvoorbeeld Onderwijs, Sport, Maatschappelijke Ondersteuning, Veiligheid en Volksgezondheid. In het programma Jeugd zijn onder de prestatiedoelstelling Gewoon Opvoeden opgenomen het jongerenwerk, participatie (kinderraad en U-shake), de verwijsindex en subsidies voor jeugd en vrije tijd. De begrote lasten in 2016 nemen 0,6 miljoen euro af ten opzichte van 2015. Dit komt doordat in 2015 nog 0,3 miljoen euro incidentele middelen beschikbaar zijn voor de transitie en door de structurele efficiencytaakstelling van 2% vanaf 2016 op grote gesubsidieerde instellingen (0,1 miljoen euro lagere lasten), door de oplopende taakstellingen beleid en innovatie (0,1 miljoen euro lagere lasten), een gewijzigde toerekening van overheadkosten (0,3 miljoen euro lagere lasten) en een toename van budget door loon- en prijscompensatie en middelen vanwege toename aantal inwoners in Leidsche Rijn (0,2 miljoen euro hogere lasten). De gemeentelijke taakstellingen innovatie, beleid en inkoop van 0,3 miljoen euro structureel vullen we in 2016 in door minder inkoop van aanvullende jeugdhulp.
Prestatiedoelstelling 2: Buurtteams jeugd en gezin
In deze prestatiedoelstelling is budget voor de subsidie voor de buurtteamorganisatie jeugd en gezin opgenomen. De begrote subsidie voor 2016 voor de buurtteamorganisatie jeugd gezin is 16,0 miljoen euro. Naast het budget in het programma Jeugd, komt er dekking uit de programma’s Onderwijs en Veiligheid. De begrote lasten 2016 nemen toe met 4,1 miljoen euro ten opzichte van 2015. De toename bestaat uit een verhoging van het subsidiebudget met 3,8 miljoen euro en een lastenverhoging van 0,3 miljoen euro door een andere toerekening van overheadkosten. De verhoging van de subsidie wordt gedekt met een verschuiving van middelen uit de aanvullende zorg.
Prestatiedoelstelling 3: Aanvullende zorg
De begrote lasten 2016 op deze prestatiedoelstellingen betreffen nieuwe middelen uit de integratie-uitkering sociaal domein die we inzetten voor de aanvullende zorg jeugd. Met deze middelen kopen we de aanvullende zorg in bij de aanbieders. In 2015 hebben we, met het oog op continuïteit van zorg en een zorgvuldige transitie, budgetgaranties afgegeven aan de aanbieders van aanvullende zorg jeugd. Vanaf 2016 maken we nieuwe afspraken met de aanbieders. In bovenstaande tabel staat een afname van het budget voor aanvullende zorg van 4,0 miljoen euro. De cijfers van de meicirculaire 2015 zijn hierin niet verwerkt. Voor 2015 en 2016 volgt als gevolg van de meicirculaire een budgetuitname van respectievelijk 2,2 en 5,6 miljoen euro. In 2017 volgt een derde en laatste taakstelling, verbonden aan de invoering van de Jeugdwet. In 2016 is na verwerking van de meicirculaire is het budget voor de aanvullende jeugdhulp 7,4 miljoen euro lager dan in 2015. Deze verlaging komt door een verschuiving van budget naar de buurtteams en door verlaging van de integratie-uitkering sociaal domein.
Beleidsnota's
Meerjarige beleidsvoornemens die zijn opgenomen in beleidsnota's, -visies of -kaders:
Geen