Doelenboom
Doelstellingen
Bedragen zijn in duizenden euro'sDoelstelling 1
In Utrecht besparen we energie en wekken we energie duurzaam op
Subdoelstelling(en)
In Utrecht besparen we energie en wekken we energie duurzaam op
Doelstelling 2
Utrecht is een stad met een gezonde, stille en veilige leefomgeving
Subdoelstelling(en)
Utrecht is een stad met zo min mogelijk geluidsoverlast en een veilige leefomgeving
Utrecht heeft een schone bodem
Utrecht heeft een gezonde lucht
In Utrecht besparen we energie en wekken we energie duurzaam op
In Utrecht besparen we energie en wekken we energie duurzaam op
30% minder CO2 en 20% opwekking duurzame energie en 10% van de daken heeft zonnepanelen in 2020
We willen onze afhankelijkheid beperken van fossiele brandstoffen zoals olie en aardgas. Uiteindelijk willen we in 2030 een klimaatneutrale stad zijn met duurzame opwekking van energie en minder energiegebruik. Duurzame opwekking en energiebesparing leveren ook een positieve bijdrage aan gezonde lucht in Utrecht.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E1.1.1 | 30% minder CO2 uitstoot in 2020 | t.o.v. basisjaar 2010 | 5% minder uitstoot | bekend in najaar 2015 i.v.m. achteraf meten energieverbruik over het winterseizoen | 10% | 25% | |
E1.1.2 | 20% opwekking van duurzame energie in 2020 (% van finaal energiegebruik) | 1% | idem | 4% | 10% | ||
E1.1.3 | 10% van de daken heeft zonnepanelen | 2,5% (medio 2014) | 3% | 8% |
Uitwerken van de ambities op basis van het Energieplan en een nieuwe energieagenda 2016-2019
In het voorjaar van 2015 is door 165 bewoners uit de stad Utrecht een Energieplan opgesteld: ‘Utrecht: Energiek middelpunt van het land’. Dit energieplan is het resultaat van het stadsgesprek Energie. Dit plan markeert de start van een nieuw energie- en klimaatbeleid in Utrecht. In de Utrechtse Energieagenda’s 2016-2019 dat in najaar 2015 verschijnt, presenteren we de activiteiten, planningen en inzet van middelen op basis van het Energieplan. We monitoren de resultaten en effecten van het programma voor de verschillende thema’s. Naast de effecten van het programma meten we het energiegebruik en de uitstoot van CO2 van de stad als geheel. Daarnaast zetten we in op het verbeteren van de samenhang tussen landelijk duurzaamheidsbeleid en de stedelijke praktijk.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
P1.1.1.1 | Wonen: Labelstappen corporatiewoningen per jaar | Afspraak ‘Bouwen aan de Stad’. | 6.415 | 4.084 | 3.000 | 3.000[1] | ||
P1.1.1.2 | Wonen: Totaal aantal energieambassadeurs | Utrechtse energie | 30 | 50 | 100 | n.v.t | ||
P1.1.1.3 | Wonen: Huurders-campagne (totaal aantal uitgebrachte adviezen) | Utrechtse Energie | - | 54 | 200 | 500 | ||
P1.1.1.4 | Wonen: aantal Nul-op-de-Meter woningen | Utrechtse Energie | 0 | 100 | 15.000 | |||
P1.1.1.5 | Bedrijven: Top 100 Utrechtse dat in overheidsaanpak zit (% totaal aantal bedrijven) | Utrechtse energie | 59% | 75% | 100% | |||
P1.1.1.6 | Bedrijven: Leningen verstrekt door het Energiefonds (in 1.000€) | Energie-fonds | 325 | 535 | 4000 | 6000 | ||
P1.1.1.7 | Bedrijven: Aantal bedrijven bezocht vanuit handhaving per jaar | Utrechtse energie | 100 | 128 | 200 | 200 | ||
P1.1.1.8 | Duurzame opwek: geïnstalleerd vermogen zonnepanelen (MWp) | Klimaatmonitor | 6,7 | 9,3 | 15,3 | 24,3 | ||
P1.1.1.9 | Wonen: bewoners die één of meer isolatiemaatregelen hebben genomen | Inwoners enquête | 43% | 48% | 58% | 85% | ||
P1.1.1.10 | Totaal aantal gecreëerde banen[2] | Utrechtse Energie | n.v.t | n.v.t | 400 | 3000 |
[1] Nieuwe BAS afspraken zijn nog niet definitief. Dit is het aantal labelstappen uit de vorige BAS afspraak.
[2] Het aantal banen kan alleen berekend worden op basis van een schatting gebaseerd op kengetallen voor het aantal fte voor realisatie van de verschillende energiebesparings- en duurzame energie technologieën.
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P1.1.1 Uitvoeringsprogramma | 4.131 | 10.869 | 7.044 | 7.044 | 7.044 | 7.144 |
Totaal lasten | 4.131 | 10.869 | 7.044 | 7.044 | 7.044 | 7.144 |
Baten | ||||||
P1.1.1 Uitvoeringsprogramma | -21 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | -21 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo lasten en baten | 4.152 | 10.869 | 7.044 | 7.044 | 7.044 | 7.144 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 41 | 41 | 41 | 41 | 41 |
Onttrekking reserves | 3.532 | 3.788 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 620 | 7.123 | 7.086 | 7.086 | 7.086 | 7.186 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 1.1.1: Energie
Sinds 2015 ramen wij onder deze prestatiedoelstelling ook de lasten voor de subsidie van 3,778 miljoen euro voor Stichting Utrecht Natuurlijk. Dit is in 2015 overgeheveld vanuit het programma Openbare Ruimte en Groen.
Het verschil tussen de lasten en de onttrekking aan de reserve in 2015 en 2016 wordt verklaard door de incidentele bedragen van de doorlopende projecten uit 2014 van 2,190 miljoen euro en de incidentele startsubsidie voor Stichting Utrecht Natuurlijk van 0,828 miljoen euro. De begrote lasten en de onttrekking aan de reserve waren daarnaast in 2015 0,77 miljoen euro hoger dan in 2016 door incidentele uitgaven op projecten. De structurele subsidie dierenwelzijn van 0,042 miljoen euro is in 2016 overgeheveld van het programma Openbare Ruimte en Groen naar het programma Duurzaamheid. De subsidie voor het Milieu Centrum Utrecht is vanaf 2016 structureel vervallen (0,095 miljoen euro).
Utrecht is een stad met een gezonde, stille en veilige leefomgeving
Utrecht is een stad met zo min mogelijk geluidsoverlast en een veilige leefomgeving
We willen méér dan alleen voldoen aan de wettelijke eisen voor externe veiligheid en geluid
Te hoge geluidbelasting in de woon- en werkomgeving kan tot gezondheidsproblemen leiden (zoals ernstige hinder en slaapverstoring). Ook binnen de wettelijke normen voor geluid kunnen gezondheidsproblemen ontstaan. Bij ruimtelijke ontwikkelingen stellen we daarom aanvullende randvoorwaarden ter verbetering van het akoestisch woon- en leefklimaat. In de Geluidnota Utrecht is het geluidbeleid vastgelegd.
Bij gebruik en opslag binnen inrichtingen en vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en door buisleidingen ontstaan risico’s voor de omgeving. We streven naar het beheersen en beperken van de risico’s zodat de leefomgeving veilig is.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E2.1.1 | Het percentage inwoners dat vaak overlast van verkeerslawaai ervaart | Onderzoek Utrecht, Inwoners-enquête | 2010 | 22% | 25,3% | ≤22% | ≤22% |
E2.1.1 | De risico's en locaties van transport en gebruik gevaarlijke stoffen zijn bekend en beheerst. | Provinciale risicokaart | Gegevens gepubliceerd op www. | Gegevens gepubliceerd op www. | Gegevens gepubliceerd op www. risico- | Gegevens gepubliceerd op www. risicokaart.nl |
Aanvullend aan de wet voorwaarden stellen voor geluid bij ruimtelijke ontwikkelingen. Kansen aangrijpen om bestaande knelpunten te verbeteren. Reguleren transport gevaarlijke stoffen
Bij een nieuw ruimtelijk plan is het belangrijk om vroeg in het planproces rekening te houden met geluidsbronnen en de mogelijke hinder of overlast daarvan voor mensen. Bij ruimtelijke plannen onderzoeken we welke maatregelen we kunnen nemen om het geluidsniveau te beperken. Mogelijke maatregelen zijn stil wegdek, geluidsafscherming en het aanpassen van de stedenbouwkundige opzet. Het lukt in een hoogstedelijk gebied zoals Utrecht desondanks vaak niet om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Als er geen maatregelen redelijkerwijs mogelijk zijn, kunnen we als gemeente ontheffing verlenen tot de in de Wet geluidhinder aangegeven maximale waarde. Dit doen we echter alleen onder aanvullende randvoorwaarden, bijvoorbeeld dat een woning minimaal één gevel heeft met een lager geluidsniveau, een luwe gevel. In de Geluidnota Utrecht staan de voorwaarden en spelregels voor een dergelijke ontheffing. Bij infrastructurele plannen hanteren we zoveel mogelijk het standstill principe, dat inhoudt dat er geen toename is van de geluidsbelasting voor de woningen.
Bij industrieterreinen met zwaardere industrie, waaronder Lage Weide, Hooggelegen (Papendorp) en Oudenrijn, en bij Rioolwaterinstallaties en Hulpwarmtecentrales passen we ‘zonebeheer’ toe: bij wijzigingen op het industrieterrein wordt voorkomen dat de geluidsbelasting buiten de zones en bij woningen bínnen de zone de wettelijke grenzen overschrijdt. Dit is van belang bij gronduitgifte, bouw- en sloopvergunningen, milieumeldingen en milieuvergunningen.
In 2013 is de isolatie van de laatste A-lijstwoningen in Utrecht afgerond. In het kader van de aanpak van de B-lijst - waarop woningen met een iets lagere geluidsbelasting staan – worden woningen langs de Lessinglaan en Haydnlaan gesaneerd (onderzoek in 2015, uitvoering in 2016). Daarbij wordt tevens bekeken of de woningen aanvullend voor energie (thermisch) kunnen worden geïsoleerd. Voor de aanpak van de B-lijst is geen meerjarige subsidie van het Rijk voorhanden maar moet per apart project een rijksbijdrage worden aangevraagd. Bij de jaarplanning van wegdekaanpassingen maken we een afweging of er een stil wegdek kan worden aangelegd bij wegen waar de geluidsbelasting op de gevel van de aanliggende woningen boven de 55 dB uitkomt.
De geluidwetgeving is sterk in ontwikkeling. We participeren in werkgroepen en lobbyen voor wetgeving die de milieukwaliteit borgt en die randvoorwaarden geeft voor ruimtelijke ontwikkelingen van een leefbare stad.
Externe veiligheid
We toetsen Ruimtelijke plannen en omgevingsvergunningen aan de normen van externe veiligheid en we nemen maatregelen om een goede ruimtelijke scheiding te bewerkstelligen tussen risicobronnen (inrichtingen, transportroutes en buisleidingen) en omringende bebouwing waarin personen aanwezig zijn. In de omgevingsvergunningen nemen we voorschriften op met maatregelen die inrichtingen moeten treffen om de risico’s te verlagen. Daarbij stemmen we af met de Veiligheidsregio Utrecht.
Voor vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen binnen de gemeente moet de vervoerder een ontheffing aanvragen. Wij toetsen de aanvraag voor ontheffingen in overleg met de politie en de brandweer. Wij bepalen, behalve voor de snelwegen, welke routes het transport mag volgen. We leveren gegevens over externe veiligheid aan het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS). De gegevens uit dit register worden voor een belangrijk deel via de provinciale risicokaarten openbaar gemaakt.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P2.1.1 | Aantal woningen gesaneerd/geïsoleerd voor geluid[1] | Eigen monitoring | 3 | Sanering 36 woningen | 175 | 175 |
[1] In 2013 is de sanering van de ‘A-lijst’ afgerond. De saneringen in 2016 voeren we uit in het kader van projecten en van de ‘B-lijst’.
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P2.1.1 Preventieve maatregelen lucht, geluid en externe veiligheid | 555 | 840 | 1.109 | 1.109 | 1.109 | 248 |
Totaal lasten | 555 | 840 | 1.109 | 1.109 | 1.109 | 248 |
Baten | ||||||
P2.1.1 Preventieve maatregelen lucht, geluid en externe veiligheid | 58 | 91 | 61 | 61 | 61 | 0 |
Totaal baten | 58 | 91 | 61 | 61 | 61 | 0 |
Saldo lasten en baten | 496 | 748 | 1.048 | 1.048 | 1.048 | 248 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 496 | 748 | 1.048 | 1.048 | 1.048 | 248 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 2.1.1: Preventieve maatregelen lucht, geluid en externe veiligheid
Door de tijdelijke impuls Duurzame en gezonde leefomgeving (uit Voorjaarsnota 2015) stijgen de lasten incidenteel voor 2016 tot en met 2018 met 0,300 miljoen euro. Vanaf 2016 dalen de lasten en baten ieder met 0,030 miljoen euro door lagere bijdrage uit subsidies. In de Voorjaarsnota 2013 is besloten om voor de wettelijke taken op het gebied lucht voor de jaren 2015 tot en met 2018 jaarlijks 0,5 miljoen euro beschikbaar te stellen.
Utrecht is een stad met een gezonde, stille en veilige leefomgeving
Utrecht heeft een schone bodem
De bodem is geschikt voor het gewenste gebruik, zonder gevaar voor de gezondheid
We willen nieuwe verontreiniging van de bodem voorkomen. En waar de bodem verontreinigd is en risico's voor de gezondheid bestaan, zorgen we dat de bodem weer geschikt gemaakt wordt voor het gewenste gebruik.
Milieuhygiënisch gestage verbetering van de kwaliteit
We willen gestage kwaliteitsverbetering van de bodemkwaliteit en ten minste realiseren van het standstill beginsel (als de milieukwaliteit in een gebied beter is dan de geldende eisen mag dit relatief schone gebied niet verslechteren).
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E2.2.1 | Vracht verontreiniging (de nog aanwezige verontreiniging in het grondwater) | Gebiedsplan gebiedsgericht | 2013 | 1.475kg | 1.430kg | 1.350 kg | 1.220 kg |
E2.2.2 | in 2018 zijn de vijf locaties die gebiedsgerichte aanpak belemmeren gesaneerd | Bijlage 7 Gebiedsplan gebiedsgericht | 2015 | n.v.t | n.v.t | 40% | Gereed |
Beheren van de ondergrond
De Utrechtse bodem moet beschermd, verbeterd en benut worden. Een gebiedsplan waarborgt een optimale aanpak, lagere kosten en tijdswinst voor initiatiefnemers (ondergronds ruimtegebruik, bodemenergie, bemalingen, etcetera), betere afstemming met water-,energie- en grondwaterbeschermingsbeleid, vertaling in ruimtelijke planprocessen, kwaliteitsverbetering van het grondwater en transparantere richtlijnen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Om dit gebiedsplan verder te optimaliseren maken we gebruik van de verworven kennis uit het Europees project voor kennisuitwisseling over grondwaterbeheer 'Citychlor', dat in 2014 is afgerond.
Voordat een bodemsanering kan starten, is goedkeuring van de gemeente als bevoegd gezag nodig. Na de uitvoering van de sanering toetsen we de evaluatie van de bodemsanering en de plannen voor de nazorg bij een restverontreiniging.
We stellen een uitvoeringsplan 2016 op met een planning van de saneringen en onderzoeken. In 2016 geven we prioriteit aan de volgende activiteiten:
Opstellen monitoringsplan;
- We voeren saneringen uit die opgenomen zijn in het gebiedsplan, namelijk Reactorweg 11-Atoomweg12, Jutfaseweg 226, Notenbomenlaan 1 en 5, Amsterdamsestraatweg 312-314 en Vrouwjuttenstraat.
- Afkoop en gebruik van het Gebiedsplan met het bedrijfsleven en derden organiseren.
- Afronding van lopende saneringen en voortzetting van nazorgprojecten. Voorbeelden van belangrijke projecten zijn de Nedereindse Plas en de nazorg in het Griftpark.
- We starten alleen nieuwe saneringen bij milieuhygiënische spoedeisende gevallen.
Vanaf 2015 zijn de prioriteiten voor het beheer van de Utrechtse Ondergrond naar het gebiedsplan gegaan. De looptijd van het gebiedsplan is van 2015 tot 2043. Het bodembeleid van het Rijk (Rijksstructuurvisie) en de gemeente richt zich steeds meer op de waarde van de ondergrond als bron voor energie, opslag en drinkwater en als kostbaar publiek goed dat bescherming nodig heeft .
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P2.2.1 | Raadpleging bodeminformatiesysteem | Eigen monitoring | 2015 | 6.248 | 7.983 | 10.000 | 10.000 |
P2.2.2 | Aantal nieuwe betalende deelnemers aan het gebiedsplan | Eigen monitoring | 2015 | n.v.t | 2 | 2 | 5 |
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P2.2.1 Schone bodem | 2.993 | 2.462 | 2.864 | 2.864 | 2.864 | 2.864 |
Totaal lasten | 2.993 | 2.462 | 2.864 | 2.864 | 2.864 | 2.864 |
Baten | ||||||
P2.2.1 Schone bodem | -391 | 2.424 | 2.832 | 2.832 | 2.832 | 2.832 |
Totaal baten | -391 | 2.424 | 2.832 | 2.832 | 2.832 | 2.823 |
Saldo lasten en baten | 3.384 | 38 | 32 | 32 | 32 | 32 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 2.335 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 1.049 | 38 | 32 | 32 | 32 | 32 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 2.2.1: Schone bodem
Op basis van het nieuwe bodemconvenant 2016-2020 keert het Rijk aan de Gemeente Utrecht 2,832 miljoen euro per jaar uit via het Gemeentefonds. Van dat bedrag zullen wij 2,358 miljoen euro per jaar in de 3e Technische Wijziging opnemen als saldo na mutaties reserves (geraamd resultaat) zonder deze prestatiedoelstelling met een gelijktijdige verlaging van de baten. In voorgaande jaren werd 0,472 miljoen euro al als algemene uitkering via het Gemeentefonds verstrekt. Dit bedrag is op basis van eerdere besluitvorming deels overgeheveld naar het programma Stedelijke Ontwikkeling ter dekking van de milieuhandhaving, deels is het overgeheveld naar het programma Algemene Ondersteuning ter dekking van de overheadtaken en deels is het budget afgenomen door het realiseren van taakstellingen.
Utrecht is een stad met een gezonde, stille en veilige leefomgeving
Utrecht heeft een gezonde lucht
Minimaal voldoen aan de wettelijke EU-normen voor fijn stof en stikstofdioxide. Streven naar een verlaging van de concentraties voor fijn stof
Streven naar een verlaging van de concentraties voor fijn stof met als richtsnoer de WHO advieswaarden.
Utrecht maakt deel uit van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) , waarvoor een wettelijke uitvoeringsplicht geldt. Het NSL bestaat uit een pakket landelijke, regionale en lokale maatregelen om aan de gestelde grenswaarden te voldoen: fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) waaraan respectievelijk met ingang van 2011 en 2015 aan de grenswaarden moe(s)t worden voldaan. Door het in 2014 genomen besluit over de verlenging van het NSL (IENM/BSK-2014/117255) is de genoemde periode waarop het NSL betrekking verlengd tot 1 januari 2017. Deze verlenging zorgt ervoor dat toetsing aan het NSL langer mogelijk is voor de onderbouwing van projecten. Deze verlenging is echter geen uitstel voor het halen van de Europese grenswaarden. We streven naar gezonde lucht met als richtsnoer de WHO-advieswaarden.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft advieswaarden[1] geformuleerd voor fijn stof en stikstofdioxide die – in het geval van fijn stof - lager zijn dan de huidige Europese grenswaarden[2]. Bij het halen van deze WHO-advieswaarden zijn de nadelige gezondheidseffecten significant lager. Met een strikte uitvoering van het huidige voorgenomen nationale en internationale beleid kan de luchtkwaliteit, ook in grote steden, verder verbeteren. De WHO-advieswaarden voor fijn stof kunnen dan volgens het RIVM rond 2030 vrijwel overal binnen bereik komen. Met ons gemeentelijk beleid leveren we onze lokale bijdrage. We streven naar een dalende trend met als richtsnoer de WHO-advieswaarden. Er kunnen schommelingen in de trend ontstaan door weersomstandigheden.
[1] http://www.who.int/phe/health_topics/outdoorair/outdoorair_aqg/en/.
[2] De WHO adviseert een jaargemiddelde concentratie van 10 μg/m3 voor PM2,5 en van 20 μg/m3 voor PM10 na te streven.
Indicator | Bron | Nulmeting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E2.3.1 | WHO advieswaarden fijnstof realiseren | WHO/RIVM | 2015 | - | - | Dalende trend fijnstof | Dalende trend fijnstof |
E2.3.1 | Wettelijke Norm fijnstof (PM10) jaargemiddelde concentratie is 40µg/m3 | Monitorings-rapportage | 2011 | Geen normover-schrijding fijnstof | Geen normover-schrijding fijnstof | Dalende trend fijnstof | Dalende trend fijnstof |
E2.3.1 | Wettelijke Norm fijnstof (PM10): maximaal 35 dagen overschrijding 24-uursgemiddelde grenswaarde is 50µg/m3 | Monitorings-rapportage | 2011 | Geen normover-schrijding aantal dagen fijnstof | Geen normover-schrijding aantal dagen fijnstof | Dalende trend fijnstof | Dalende trend fijnstof |
E2.3.1 | Wettelijke Norm stikstofdioxide (NO2) | Monitorings-rapportage | 2011 | Geen normoverschrijding stikstofdioxide | [1]Geen normoverschrijding stikstofdioxide | Dalende trend stikstofdioxide | Dalende trend stikstofdioxide |
E2.3.1 | Wettelijke Norm stikstofdioxide (NO2) | Monitorings-rapportage | 2011 | Geen normover-schrijding stikstofdioxide | 14Geen normover-schrijding stikstofdioxide | Dalende trend stikstofdioxide | Dalende trend stikstofdioxide |
[1] Bij de realisatie 2013 en 2014 moet opgemerkt worden dat er voor stikstofdioxide geen normoverschrijding was van de in dat jaar geldende normen. Aan de normen voor 2015 werd in 2013 nog niet voldaan. Voor 2014 is de berekening op moment van schrijven nog niet definitief.
Uitvoeren maatregelen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) inclusief jaarlijkse monitor en bijsturing
Bij elk nieuw ruimtelijk of infrastructureel plan is het belangrijk rekening te houden met de luchtkwaliteit en mogelijke gezondheidseffecten of hinder van luchtverontreiniging. Daarom proberen we vroeg in het planproces maatregelen te treffen om een zo gunstig mogelijk woon- en leefklimaat te bereiken.
We voeren de maatregelen uit van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en het Uitvoeringsprogramma 2013-2015, Gezonde lucht voor Utrecht, inclusief jaarlijkse monitoring en bijsturing.
De uitvoering van de maatregelen in het Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit vindt grotendeels plaats binnen het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. Met Gezonde Lucht voor Utrecht voeren we maatregelen uit die de blootstelling aan luchtverontreiniging door verkeer verder reduceren, zoals een milieuzone voor bestel- en personenvervoer, subsidies voor sloop en/of vervanging van vervuilende auto's en maatregelen om het verkeer op een andere, slimmere manier de stad in te geleiden. We stimuleren mensen om vaker te kiezen voor de fiets en openbaar vervoer. Op basis van meer inzicht uit de roetkaart, beschikbare en aanvullende roetmetingen en een inventarisatie naar het gebruik van houtstook, beoordelen we of roetconcentraties aanleiding geven voor extra maatregelen.
Jaarlijks monitoren we de uitvoering van bovengenoemde maatregelen. Naast de landelijke monitoring maken we een gemeentelijke monitoringsrapportage waarin we specifiek ingaan op het effect van de NSL maatregelen voor Utrecht. Indien nodig stellen we aanvullende maatregelen voor om te kunnen voldoen aan de grenswaarden – en op de langere termijn aan de advieswaarden van de WHO -voor luchtkwaliteit. De resultaten van het luchtmeetnet worden separaat vastgelegd in een gemeentelijke rapportage. Wij continueren het Utrechtse Luchtmeetnet na 2015 met een periode van vijf jaar.
Indicator | Bron | Nulmeting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P2.3.1 | Zie programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit voor NSL-maatregelen |
Wij ramen de lasten en baten van prestatiedoelstelling 2.3 in het programma Bereikbaarheid onder subdoelstelling 1.3.
Beleidsnota's
Meerjarige beleidsvoornemens die zijn opgenomen in beleidsnota's, -visies of -kaders:
- Energieplan en duidingsdocument (pdf, 1 MB) (vaststelling gepland september/oktober 2015)
- Uitvoeringsprogramma Gezonde lucht voor Utrecht 2013-2015 (pdf 2,6 MB) (vastgesteld oktober 2013)
- Geluidnota (pdf, 1,9 MB) (Herzien in 2014)
- Actieplan Geluid (pdf, 1,6 MB) (Herzien in 2014)
- Nota Bodembeheer 2012-2022, 'Grondig werken 3' (vastgesteld op 20 maart 2012) (pdf 7,4 MB)
- Gebiedsgericht Grondwaterbeleid (vastgesteld op 12 mei 2009) (pdf 451 kB)
- Nota Externe veiligheid (vastgesteld op 13 maart 2007) (pdf 1,7 MB)