Stedelijke Ontwikkeling
Een vitale en leefbare stad waar mensen met plezier kunnen wonen en werken. We willen zorgen voor aantrekkelijke woon- en werkmilieus en een uitnodigende openbare ruimte.
lees meerDoelenboom
Doelstellingen
Bedragen zijn in duizenden euro'sDoelstelling 1
Een optimale verdeling van het ruimtelijke programma en de daaraan gekoppelde middelen over de verschillende onderdelen van de stad
Subdoelstelling(en)
Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met alle onderdelen in samenhang
Beheer van erfpachtcontracten en afstoten van gemeentelijk bezit
Doelstelling 2
Versterken van de vitaliteit en de leefbaarheid van de stad
Subdoelstelling(en)
Ruimtelijke kwaliteit van de bestaande stad versterken
Verbeteren van huisvesting bijzondere doelgroepen en vergroten kansen op de woningmarkt van woningzoekenden
Doelstelling 3
Duurzame verbetering van de woon- en leefsituatie in Krachtwijken Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep en Zuilen-Oost
Subdoelstelling(en)
Verbetering van de situatie van en het perspectief voor bewoners op het gebied van wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de Krachtwijken
Doelstelling 4
Borgen van de monumentale en cultuurhistorische waarden
Subdoelstelling(en)
Zorgdragen voor de instandhouding van monumentale en cultuurhistorische waarden als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad
Doelstelling 5
De bebouwde omgeving is veilig, leefbaar en tast de gezondheid niet aan
Subdoelstelling(en)
Veiligheid, leefbaarheid, milieu en gebruik van de bebouwde omgeving voldoen aan wet- en regelgeving
Doelstelling 6
Leidsche Rijn: De stad Utrecht uitgebreid met een stedelijke gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren
Subdoelstelling(en)
Leidsche Rijn is een stedelijk gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren
Doelstelling 7
Stationsgebied: Samen met de partners het plangebied ontwikkelen tot een vernieuwd centrumgebied
Subdoelstelling(en)
Een aantrekkelijk en economisch optimaal benut Stationsgebied
Een optimale verdeling van het ruimtelijke programma en de daaraan gekoppelde middelen over de verschillende onderdelen van de stad
Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met alle onderdelen in samenhang
Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met alle onderdelen in samenhang
We actualiseren de Nieuwe Ruimtelijke Strategie met als uitgangspunt dat de groei van de stad kansen biedt voor een gezonde verstedelijking. We brengen in samenspraak met partners in de stad in beeld wat die kansen zijn. Met de Nieuwe Ruimtelijke Strategie leggen we het verband tussen onder meer Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar, Beter Bestemmen, de Woonvisie, de Ketenaanpak Openbare Ruimte en het Meerjarenperspectief Stedelijke Ontwikkeling. In 2016 geven we aan welke consequenties dit heeft voor de financiële strategie binnen het ruimtelijk domein.
Gezonde leefomgeving, gezonde mensen en gezond verstand zijn ook de centrale thema’s van de Agenda Stad#Utrecht, op basis waarvan wij werken aan met het Rijk af te sluiten City Deals. Voor een evenwichtige ruimtelijke ordening werken we samen met kennisinstituten, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. We sluiten aan bij maatschappelijk gewenste initiatieven uit de samenleving en stellen ons daarbij actief op.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E1.1.1 | Positie op de woon-aantrekkelijkheids-index | Atlas Nederlandse gemeenten | 2 (2008) | 2 | 2 | 2 | 2 |
Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma (strategische agenda, structuurvisies en lobby)
- Met het organiseren van het ruimtelijk programma en het vinden van bondgenoten voor de Utrechtse opgaven, stellen we ons tot doel om de stad nog aantrekkelijker te maken. Daarbij geldt het handhaven van de huidige tweede positie op de woonaantrekkelijkheidsindex als ondergrens.
- Ook in 2016 werken we daartoe intensief samen met zowel maatschappelijke partners, de U10, de Provincie als met de Noordvleugel van de Randstad en de G4.
- Wij werken samen met het ministerie van I&M en partners in de noordelijke en zuidelijke Randstad en de regio Eindhoven aan een Ruimtelijke Economische Ontwikkelingsstrategie (REOS). Doel is het vergroten van de agglomeratiekracht om de economische concurrentiekracht van Nederland op de wereldschaal te versterken. We zoeken uit wat nodig is om het netwerk tussen en binnen de 3 regio’s te optimaliseren. Bijvoorbeeld op het gebied van bereikbaarheid, voor het functioneren van Science Parcs en de mainports zoals Schiphol en de Rotterdamse haven. De REOS is mede een opmaat voor de nieuwe nationale Omgevingsvisie (gebaseerd op de Omgevingswet) en mogelijk ook op (her)prioritering van middelen. Samen met de Provincie Utrecht en de Economic Board brengen wij in dat project de Utrechtse belangen in.
- Ook in het kader van de U10 werken wij aan het uitzetten van een Ruimtelijk Economische koers. Een gezamenlijk ontwikkelde en toekomstbestendige visie moet vanaf begin 2016 richting geven aan de regionale samenwerkingsagenda.
- In het project Utrecht-Oost/ Sciencepark hebben wij met belanghebbenden een ‘Leaderless Network’ ontwikkeld teneinde voor een ruim gebied rond De Uithof op vernieuwende wijze de ambitie concreter te maken om in 2020 een internationaal toonaangevend vestigingsmilieu te bieden voor life-sciences, duurzaamheid en gezondheid. Wij vormen allianties rondom 5 programmalijnen: Ontwikkelruimte, Kenniscluster, Voorzieningen, Bereikbaarheid en Duurzaam en gezond.
Het opstellen van stedelijke kaders (bestemmings- en omgevingsplannen)
Actualisering bestemmingsplannen
Vanaf medio 2015 worden de bestemmingsplannen actueel gehouden aan de hand van het nieuwe programma Actualisatie Bestemmingsplannen. Voor 2016 staan bijvoorbeeld de bestemmingsplannen De Meern Noord, Leidsche Rijnpark (nu Maximapark), Vogelenbuurt, Tuinwijk en Wittevrouwen-Zeeheldenbuurt-Huizingabuurt in de planning om geactualiseerd te worden. Wij onderzoeken hoe wij flexibel bestemmen mogelijk kunnen maken. Hierbij zoeken wij het evenwicht tussen ruimte voor investeerders, rechtszekerheid voor de omwonenden en mogelijkheden om bijdragen in de omliggende openbare ruimte ten laste van een project te kunnen blijven brengen.
Hierbij zoeken wij aansluiting bij de wijzigingen van het Rijksbeleid met de komst van de Omgevingswet. In het project Beter Bestemmen wordt voorgesorteerd op de komst van deze Omgevingswet. De resultaten van het project Beter Bestemmen in 2016 zijn:
- bekendheid met de impact en de inhoud van de Omgevingswet bij de gemeenteraad en breed in de gemeentelijke organisatie, vooral op het gebied van de praktijk van de ruimtelijke planning en de verbrede integrale aanpak;
- de omgevingsvisie Vleuten- De Meern is vastgesteld;
- het omgevingsplan 2016 is vastgesteld (voor de gebieden De Meern-noord, Maximapark, Vogelenbuurt, Tuinwijk, Griftpark, Wittevrouwen).
Met het vaststellen van de voorjaarsnota is afgezien van het volledig vernieuwen van de Welstandsnota. Wij verwachten dat de Omgevingswet een beter kader vormt voor het realiseren van de participatiedoelstelling die mede de basis vormde voor deze vernieuwing.
Ontwikkelbestemmingsplannen
- Ontwikkelbestemmingsplannen worden opgesteld ten behoeve van de inpassing van incidentele ruimtelijke projecten. Deze ontwikkelingen worden soms geïnitieerd door de gemeente zelf, maar vooral door initiatieven van ontwikkelaars, woningbouwcorporaties en particuliere investeerders. Als ontwikkelingen niet in eerder vastgestelde planologische kaders passen, kunnen ze mogelijk gemaakt worden met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Daartoe wordt dan een voortraject doorlopen conform het Utrechts Plan Proces, waarbij inhoud, participatie en bestuurlijke weging leiden tot richting in de ruimtelijke ontwikkeling.
- Met de verandering van de landelijke ‘Kruimelregeling’ is het sinds november 2014 eenvoudiger om leegstaande panden te transformeren naar een andere bestemming. Zo kan het pand Nijenoord 1 (Hogeschool Utrecht) eenvoudig omgezet worden naar wonen zonder dat de gemeenteraad hierbij direct om advies hoeft te worden gevraagd. De planologische procedures blijven een afweging tussen snelheid en zorgvuldigheid.
- Voor grotere of complexe ruimtelijke ontwikkelingen / nieuwbouwprojecten wordt een ontwikkelbestemmingsplan opgesteld. De kosten voor deze ontwikkelbestemmingsplannen worden betaald door de initiatiefnemers (via leges). De laatste jaren werden per jaar 10-15 op ontwikkeling gerichte bestemmingsplannen opgesteld. Enige vermindering van het aantal plannen is te verwachten. Dit komt door verruiming van de eerder genoemde Kruimelregeling en door het vergevorderde stadium van planvorming in Leidsche Rijn en het Stationsgebied, waardoor er vanuit deze gebiedsontwikkelingen minder nieuwe ontwikkelingsplannen opgesteld hoeven te worden.
- Vanaf 2016 stellen wij voor de legesbedragen voor ontwikkelbestemmingsplannen met circa 12,5% te verhogen. De huidige tarieven voor de ontwikkelbestemmingsplannen zijn als gevolg van gestegen kosten niet meer kostendekkend. Dit wordt mede veroorzaakt door meer zienswijzen, , gecompliceerdere (milieu)onderzoeken en gewijzigde wetgeving (Flora- en Faun wet, Stikstofdepositie, etcetera).
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P1.1.2 | Aandeel bestemmingsplannen jonger dan tien jaar | Gemeente Utrecht | - | 80% | 95% | 100% | 100% |
Rekening 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | ||
Lasten | |||||||
P1.1.1 Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma | -1.010 | -5.049 | -4.626 | -4.956 | -4.956 | -4.921 | |
P1.1.2 Het opstellen van stedelijke kaders (bestemmings- en omgevingsplannen) | 2.035 | 1.790 | 1.789 | 1.789 | 1.789 | 1.789 | |
Totaal lasten | 1.025 | -3.259 | -2.837 | -3.167 | -3.167 | -3.131 | |
Baten | |||||||
P1.1.1 Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma | -1.622 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
P1.1.2 Het opstellen van stedelijke kaders (bestemmings- en omgevingsplannen) | 244 | 536 | 541 | 541 | 541 | 541 | |
Totaal baten | -1.378 | 536 | 541 | 541 | 541 | 541 | |
Saldo lasten en baten | 2.403 | -3.795 | -3.378 | -3.708 | -3.708 | -3.672 | |
Mutaties reserves | |||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Geraamd resultaat | 2.403 | -3.795 | -3.378 | -3.708 | -3.708 | -3.672 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 1.1.1: Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma (strategische agenda, structuurvisies en lobby)
Deze doelstelling bestaat uit een paar delen. Ten eerste het budget voor Strategie van 0,752 miljoen euro. Dit budget is 0,093 miljoen euro lager dan in 2015 wegens de invulling van de structurele taakstelling ‘Minder Beleid’. Ten tweede zijn onder deze doelstelling budgettaire verrekeningen opgenomen die samenhangen met de verdeling van de financiering van overhead en de invulling van taakstellingen. Deze lasten worden gedurende het jaar toegerekend aan de producten. Onder deze doelstelling worden de strategische verwervingen afgerekend als die zich voordoen. Verder is vanaf 2016 structureel 0,200 miljoen euro toegevoegd om adequaat te kunnen inspelen op de ruimtelijke ontwikkelingen.
Prestatiedoelstelling 1.1.2: Opstellen van stedelijke kaders (bestemmings- en omgevingsplannen)
De begroting van de bestemmingsplannen bedraagt 1,596 miljoen euro. De leges voor de ontwikkelbestemmingsplannen bedraagt 0,541 miljoen euro. Voor de functie beleidsontwikkeling en loketfunctie Grondzaken is 0.194 miljoen euro beschikbaar.
Een optimale verdeling van het ruimtelijke programma en de daaraan gekoppelde middelen over de verschillende onderdelen van de stad
Beheer van erfpachtcontracten en afstoten van gemeentelijk bezit
Economische meerwaarde die ontstaat door bestemmingswijziging of verruiming inzetten voor gemeentelijke investeringen
Eind januari heeft de gemeenteraad besloten dat de Gemeente Utrecht stopt met de gronduitgifte in erfpacht voor projecten en nieuwbouw waarin wonen de hoofdfunctie vormt. Voor bestaande situaties en andere functies dan wonen is er nog sprake van erfpacht, dat wil zeggen dat het volledig gebruik van het onroerend goed, tegen een vergoeding, aan de erfpachter ten goede komt. Door een wijziging van het gebruik of de bestemming van de grond (bijvoorbeeld door sloop, uitbreiding of nieuwbouw) kan een waardestijging van de grond ontstaan. Deze zogenaamde meerwaarde dient op grond van de erfpachtovereenkomst aan de gemeente als erfverpachter te worden afgedragen. Door deze benadering is erfpacht (= het in rekening brengen van meerwaarde) onderdeel van het gemeentelijk grondbeleid.
Indicator | Bron | Nulmeting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E1.2.1 | Ontvangen meerwaardeafdracht (uit erfpachtconversie en bestemmingswijziging) | Gemeente | n.v.t. | 6,9 miljoen | 2,3 miljoen | 1,5 | 1,5 |
Op verzoek en indien passend in ruimtelijke doelstellingen toepassen van conversies en bestemmingswijzigingen
Als de voorgenomen bestemmingswijziging of verruiming past binnen de gemeentelijke doelstellingen dan wordt de bestaande erfpachtovereenkomst aangepast en wordt door middel van een (onafhankelijke) taxatie de meerwaarde vastgesteld. Deze meerwaarde wordt in rekening gebracht bij de erfpachter. Daarnaast is het mogelijk om een erfpachtrecht met een jaarlijkse canon te wijzigen in een eeuwigdurend afgekocht erfpachtrecht, een zogenaamde conversie. De opbrengsten hiervan worden minder door het feit dat steeds meer jaarlijks te betalen vergoedingen zijn omgezet in eeuwigdurende afkoop. De afgelopen jaren hebben de woningcorporaties Mitros en Portaal dit voor grote delen van hun bezit gedaan en de verwachting is dat ook BO-EX hiertoe zal overgaan. In 2013 is de jaarlijks geraamde opbrengst uit erfpachtconversies dan ook aangepast. De opbrengst wordt nu grotendeels gegenereerd uit bestemmingswijzigingen en herontwikkeling.
Uitgeven van gemeentelijk bezit
In aanvulling op de lopende doelstellingen om in de jaren 2011 tot en met 2015 vastgoed te verkopen met een netto resultaat van totaal 20 miljoen euro zijn in het collegeprogramma nieuwe afspraken gemaakt. Voor de jaren 2016 tot en met 2018 is afgesproken om vastgoed te verkopen met als doelstelling een netto resultaat van 2,7 miljoen euro per jaar.
Ontvangen van de erfpachtscanons, administratieve behandelingen en handhaven van bepalingen van erfpachtscontracten
Tot en met februari 2015 werd grond in de Gemeente Utrecht uitgegeven in erfpacht. Met ingang van 1 februari wordt de grond ten behoeve van koopwoningen in volle eigendom geleverd. Het administratief beheer (innen/herzien van de canon, administratief verwerken van de voorwaarden) voor de bestaande erfpachtovereenkomsten valt onder deze doelstelling. Daarnaast worden, om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan, de erfpachtvoorwaarden gehandhaafd.
In 2015 wordt een voorstel opgesteld waarin woningeigenaren in gebieden met de hoofdfunctie wonen, de gelegenheid krijgen de grond onder hun woning om te zetten in volle eigendom. Na besluitvorming over dit voorstel zal dit vanaf 2015 geïmplementeerd worden. De eventuele gevolgen voor dit product zullen onderdeel zijn van de besluitvorming.
Indicator | Bron | Nulmeting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P1.2.2 | Netto jaarlijkse opbrengst uitgifte gemeentelijk bezit (in periode 2011-2015) | Gemeente | n.v.t. | 8,1 miljoen | 5,2 miljoen | 2,7 miljoen | 0 |
Rekening 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P1.2.1 Conversies en bestemmings-wijzigingen erfpachten | 4.947 | 5.896 | 5.896 | 5.896 | 5.896 | 5.896 |
P1.2.2 Uitgeven/verkopen gemeentelijk bezit | 959 | 620 | 620 | 620 | 620 | 620 |
P1.2.3 Erfpachtcontracten en -beheer | 5.385 | 5.332 | 5.328 | 5.328 | 5.328 | 5.383 |
Totaal lasten | 11.292 | 11.848 | 11.844 | 11.844 | 11.844 | 11.899 |
Baten | ||||||
P1.2.1 Conversies en bestemmings-wijzigingen erfpachten | 7.258 | 7.376 | 7.376 | 7.376 | 7.376 | 7.376 |
P1.2.2 Uitgeven/verkopen gemeentelijk bezit | 6.212 | 620 | 620 | 620 | 620 | 620 |
P1.2.3 Erfpachtcontracten en -beheer | 10.497 | 10.397 | 10.397 | 10.397 | 10.397 | 10.397 |
Totaal baten | 23.967 | 18.393 | 18.393 | 18,393 | 18.393 | 18.393 |
Saldo lasten en baten | -12.675 | -6.545 | -6.549 | -6.549 | -6.549 | -6.494 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | -12.675 | -6.545 | -6.549 | -6.549 | -6.549 | -6.494 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 1.2.1: Op verzoek en indien passend in ruimtelijke doelstellingen toepassen van conversies en bestemmingswijzigingen
Als een erfpachter verzocht heeft tot de conversie van een tijdelijk erfpacht naar een eeuwigdurende afgekocht recht, ontvangt de gemeente hiervoor een eenmalige vergoeding. Met de woningbouwverenigingen zijn aparte afspraken gemaakt over de hoogte en de verdeling van de vergoedingen. Deze zijn vastgelegd in de Utrechtse samenwerkingsafspraken gemeente en woningcorporaties 2011-2015: ‘Bouwen aan de stad’. In de begroting is een raming van 5 miljoen euro opgenomen voor de investeringsbijdrage die de corporaties in het kader van de afspraken van de gemeente ontvangt. Daarnaast bestaan de lasten uit 0,5 miljoen euro waardevermindering van de erfpachtgronden als gevolg van de conversies en 0,4 miljoen euro apparaatskosten voor het in behandeling nemen van de conversieverzoeken. De geraamde opbrengsten bestaan uit de bij de conversies en bestemmingswijzigingen behorende afkoopsommen en bedragen 7,4 miljoen euro. Het resultaat op deze doelstelling is afhankelijk van het aantal verzoeken tot conversie en bestemmingswijziging uit de markt en wisselt hierdoor sterk van omvang in de jaren. De lasten en baten van deze doelstelling zijn met ingang van 2014 structureel verlaagd met 1,0 miljoen euro ten opzichte van 2013.
Zodra woningcorporatie Bo-Ex gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om de jaarlijkse canon eeuwigdurend af te kopen, zal dit leiden tot een verdere structurele verlaging van de lasten en baten.
Prestatiedoelstelling 1.2.2: Uitgeven van gemeentelijk bezit
De ombuiging uit het coalitieakkoord tot verkoop van gemeentelijk vastgoed van 2,7 miljoen euro voor de jaren 2016 tot en met 2018 is geraamd in het programma Vastgoed en wordt verantwoord in het programma Stedelijke Ontwikkeling.
Prestatiedoelstelling 1.2.3: Ontvangen van de erfpachtcanons, administratieve behandelingen en handhaven van bepalingen van de erfpachtcontracten
De gemeente heeft in het verleden erfpachtovereenkomsten afgesloten en ontvangt hiervoor jaarlijks ruim 10 miljoen euro aan opbrengsten in de vorm van canon. Een erfpachtovereenkomst kan alleen afgesloten worden over gronden die de gemeente daadwerkelijk in haar bezit heeft. De gronden met een erfpachtbestemming zijn opgenomen in de bezittingen van de balans voor een bedrag van ongeveer 125 miljoen euro. Voor de financiering van deze bezittingen wordt elk jaar 4% interne rente doorberekend aan het erfpachtbeheer. Dat is 5 miljoen euro aan lasten. De overige lasten bestaan uit de kosten van het beheer, het handhaven van de bepalingen uit de erfpachtcontracten en het factureren van de canon en bedragen ruim 0,3 miljoen euro.
Versterken van de vitaliteit en de leefbaarheid van de stad
Ruimtelijke kwaliteit van de bestaande stad versterken
Transformatie en herontwikkeling van locaties en gebouwen met kwalitatief goede openbare ruimte
Utrecht is voortdurend in ontwikkeling. Wensen ten aanzien van de gebouwde omgeving veranderen. Voor binnenstedelijke herontwikkeling zijn we nog meer dan voorheen afhankelijk van initiatiefnemers. Gelukkig zijn er nog altijd veel partijen die willen investeren in onze stad. Bewoners, ontwikkelaars, beleggers en eigenaren zien de kwaliteiten en kansen van Utrecht. Een teken dat de bouwsector zich aan het herstellen is. Wij willen initiatiefnemers de ruimte geven en hen faciliteren. We kijken daarbij of initiatieven passen binnen bestaande beleidskaders, zoals de Nieuwe Ruimtelijke Strategie Utrecht. Door intensief in de stad te bouwen:
- Wordt in de ruimtebehoefte voorzien van woningzoekenden, instellingen en bedrijven.
- Blijft de stad vitaal, gedifferentieerd en bij de tijd (verpaupering voorkomen).
- Wordt het draagvlak voor voorzieningen en openbaar vervoer vergroot.
- Wordt het omringende landschap ontzien.
De ambitie om meer studenten- en starterswoningen te realiseren blijft onverminderd van kracht. Transformatie van leegstaand vastgoed biedt hiervoor kansen. Ook het aanbod van middel dure (beleggers) huur- en koopwoningen willen wij bevorderen. De voorgestelde herontwikkeling voor het Centrum Overvecht is voor deze speerpunten een goed voorbeeld. Naast woningbouw worden ook andere functies in de stad toegevoegd. Voorbeelden hiervan zijn de plannen voor vergroting van het detailhandelsoppervlak bij de uitbreiding van Winkelcentrum De Gaard of de realisatie van een nieuw gezondheidscentrum in het centrum van Vleuten of aan de Rijnhuizenlaan of Skaeve Huse bijzondere vorm van begeleid wonen voor mensen die niet passen in een stedelijke woonbuurt.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E2.1.1 | Bruto toegevoegde woningen in bestaand stedelijk gebied | CBS | n.v.t. | 1.529 | 1.034 | 1189 | 498 |
Initiëren, faciliteren en stimuleren van de uitvoering van ruimtelijke herontwikkelingsplannen met betrekking tot wonen, werken en voorzieningen en openbare ruimte
Binnenstedelijk ontwikkelen is inhoudelijk complex. Milieurandvoorwaarden (lucht, geluid en bodem), de noodzaak tot extra investeren in kwaliteit (zoals in openbare ruimte, groen, duurzaamheid, gezondheid en gebouwd parkeren) en het belang van een intensief participatietraject zijn bepalende variabelen voor de haalbaarheid en de voortgang van de projecten. De laatste jaren is het vanwege de veranderde economische omstandigheden steeds moeilijker geworden projecten financieel rond te krijgen. Ook zien we de laatste jaren steeds meer ‘nieuwe’ initiatiefnemers. Het gaat dan om andere samenwerkingsvormen zoals een collectief of coöperatie van bewoners en/of zzp’ers. Voorbeelden zijn de Vriendinnen van Cartesius, MeerMerwede of het burgerinitiatief rond de Oosterspoorbaan. Deze initiatieven betekenen een intensivering van het werk aan de afzonderlijke projecten voor zowel de initiatiefnemers als de gemeente. Er is weinig financiële ruimte aanwezig om deze initiatieven te faciliteren. Dit wordt betrokken bij de in voorbereiding zijnde investeringsstrategie, die bij de Voorjaarsnota 2016 aan de gemeenteraad zal worden aangeboden.
In 2016 zal de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) worden gehouden. Het thema is the next economy. Een van de projectateliers vindt plaats in Utrecht. In het projectatelier Utrecht is gekozen voor het thema bouwen aan een gezonde toekomst. Door een aantal specialisten ontwerpend onderzoek te laten doen en door met de eigen bevolking de dialoog aan te gaan moet de IABR vernieuwende ideeën en methodieken leveren die bij de ontwikkeling naar een gezonde stad geïmplementeerd kunnen worden. De resultaten van het projectatelier worden in 2016 opgeleverd.
Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling (MPSO)
- In 2015 is voor het eerst een Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling aangeboden aan de gemeenteraad. In drie delen is een overzicht gegeven van alle complexe bouwprojecten en gebiedsontwikkelingen; onderdeel wijk 1 tot en met 8, onderdeel wijk 9 en 10 en onderdeel Stationsgebied.
- Zowel de grondexploitatieprojecten, waarin de gemeente zelf initiatiefnemer is, als de particuliere initiatieven die wij begeleiden en stimuleren (waaronder die van corporaties) en een aantal projecten in de openbare ruimte zijn hierin opgenomen. In totaal verwachten we start bouw van ongeveer 3.300 nieuwe woningen (prognose voor de gehele stad). Dat is fors meer dan de afgelopen jaren.
- De projecten van de woningbouwcorporaties bestaan uit (sloop en vervangende) nieuwbouw en voor een groter deel ook uit renovaties. De verwachting is dat in 2016 de renovatie start van 657 woningen.
- Ontwikkelende partijen blijven geïnteresseerd in projecten voor studentenhuisvesting en middel dure huur. Wij verwachten dat in 2016 de bouw zal starten voor studentenhuisvesting op het Campus KPN terrein aan de Fockema Andrealaan, in de Cartesiusdriehoek en aan de Vliegend Hertlaan. Voor de realisatie van middel dure huurwoningen zal in 2016 gewerkt worden aan plannen voor bijvoorbeeld het Vendex-Praxis terrein, Centrum Overvecht en de Vliegend Hertlaan. Voor ouderen en mensen met beperkingen sturen wij op de levensloopgeschiktheid van de woningvoorraad. Ook de betaalbaarheid van de woningen houden wij hierbij in het oog.
- Voor elke wijk hebben wij een gebiedsmanager Ruimtelijke Ontwikkeling aangesteld. Zij begeleiden initiatieven met een ruimtelijke component naar uitvoering en zorgen voor korte communicatielijnen tussen de initiatiefnemers, de bewoners en belanghebbenden en ons college van Burgemeester en Wethouders. Op deze wijze worden de maatschappelijke belangen, vakinhoud en investeringen op elkaar afgestemd en zijn wij in staat evenwichtige keuzes te maken en u de planologische keuzevraagstukken voor te leggen.
- De voortgang van het programma wordt voortdurend gemonitord en geactualiseerd. Zo nodig zal er verder geprioriteerd gaan worden aan de hand van de Nieuwe Ruimtelijke Strategie Utrecht. Wij actualiseren het MPSO en geven de gemeenteraad daarmee periodiek een volledig overzicht van lopende en in voorbereiding zijnde projecten en initiatieven.
Investeren in de stedelijke herontwikkeling door ondersteuning van partijen die de ruimtelijke kwaliteit van de stad versterken of door uitvoering van gem. herontwikkelingsprojecten
- In 2016 verwachten wij de oplevering van heringerichte openbare ruimte in Kanaleneiland Noord en in Fruitbuurt Noord. Dit doen wij aansluitend aan renovaties van de woningcorporaties.
- Op transformatielocaties zoals bijvoorbeeld Werkspoorkwartier sluiten wij daar waar nodig en gewenst aan bij ontwikkelingen van particuliere initiatiefnemers. In eerste instantie denken we daarbij ook aan de verbetering van de openbare ruimte.
- De openbare ruimte rondom het Startblok en Max, in het Hart van De Meern en in (delen van) Rotsoord zal in 2016 verbeterd worden.
- We geven ruimte aan experimenten en het verbreden en delen van kennis over gebiedsontwikkeling nieuwe stijl.
Voor deze prestaties zijn middelen beschikbaar vanuit de Reserve Stedelijke Herontwikkeling. Een complete lijst van projecten die gefinancierd worden uit de Reserve Stedelijke Herontwikkeling is opgenomen in het MPSO wijk 1 tot en met 8 zoals in 2015 door de gemeenteraad vastgesteld.
Verkopen of in erfpacht uitgeven van (bouwrijpe) gronden ten behoeve van wonen, werken en voorzieningen met kwalitatief goede openbare ruimte
Om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken wordt voor vrijkomende gemeentelijke panden een andere bestemming gezocht en geven we opdracht tot het bouwrijp maken van grond in eigendom van de gemeente.
We verwerven geen terreinen behalve als er zwaarwegende argumenten zijn om in beperkte mate tot verwerven over te gaan. het uitplaatsen van bedrijven gebeurt nog slechts incidenteel. In 2016 wordt bouwrijpe grond opgeleverd ten behoeve van de realisatie van bijvoorbeeld de projecten Van Lieflandlaan, Schermerhornstraat, Veemarkt en Heukelomlob die alle onderdeel vormen van het programma Stedelijke Ontwikkeling. Over het financiële verloop en de inhoudelijke stand van zaken van de grondexploitaties wordt de gemeenteraad separaat geïnformeerd in het jaarlijkse Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling (MPSO). Conform het Coalitieakkoord en in het verlengde van de Nota Grondbeleid wordt er geen actief grondbeleid gevoerd. We zijn faciliterend, wat betekent dat de komende jaren een verschuiving plaatsvindt van voornoemde prestatiedoelstelling naar een doelstelling die zich meer en meer richt op het sluiten van anterieure overeenkomsten met marktpartijen. Dit is echter ook afhankelijk van het (aantrekken van) de economie. Vooralsnog zal ook in 2016 de inspanning zich richten op het realiseren van de geplande projecten in bestaande grondexploitaties en waar mogelijk afsluiten ervan.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P2.1.1 | Aantal lopende projecten binnen Stedelijke Ontwikkeling | Uitvoerings-programma | n.v.t. | 116 | 122 | 100 | 100 |
Rekening 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P2.1.1 Ruimtelijke herontwikkelingsplannen | 5.137 | 4.785 | 4.790 | 4.750 | 4.750 | 4.750 |
P2.1.2 Investeren in Stedelijke Herontwikkeling | 15.103 | 10.129 | 7.270 | 5.001 | 1.675 | 0 |
P2.1.3 Verkopen of in erfpacht uitgeven van (bouwrijpe) gronden | 8.116 | 29.699 | 35.429 | 9.825 | 5.199 | 8.379 |
Totaal lasten | 28.356 | 44.613 | 47.489 | 19.576 | 11.625 | 13.129 |
Baten | ||||||
P2.1.1 Ruimtelijke herontwikkelingsplannen | 969 | 762 | 762 | 762 | 762 | 762 |
P2.1.2 Investeren in Stedelijke Herontwikkeling | 16.593 | 2.700 | 0 | 0 | 0 | 0 |
P2.1.3 Verkopen of in erfpacht uitgeven van (bouwrijpe) gronden | 12.303 | 30.226 | 35.537 | 9.933 | 5.307 | 12.441 |
Totaal baten | 29.865 | 33.688 | 36.299 | 10.695 | 6.069 | 13.203 |
Saldo lasten en baten | -1.509 | 10.924 | 11.190 | 8.881 | 5.556 | -73 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 2.700 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 4.318 | 14.689 | 11.588 | 7.959 | 4.634 | 2.957 |
Geraamd resultaat | -5.827 | -1.065 | -399 | 922 | 922 | -3.031 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 2.1.1: Initiëren, faciliteren, begeleiden en stimuleren van de uitvoering van ruimtelijke herontwikkelingsplannen met betrekking tot wonen, werken, voorzieningen en openbare ruimte
De lasten op deze prestatiedoelstelling bedragen jaarlijks 4,790 miljoen euro. Van de particuliere initiatiefnemers verwachten wij een bijdrage van 0,762 miljoen euro. De lasten nemen vanaf 2017 met 0,04 miljoen euro af , als gevolg van de taakstelling subsidies uit de Voorjaarsnota 2014.
Prestatiedoelstelling 2.1.2: Investeren in stedelijke herontwikkeling door ondersteuning van (nieuwe) partijen die de ruimtelijke kwaliteit van de stad versterken of door (bij te dragen aan) uitvoering van gemeentelijke herontwikkelingsprojecten
De lasten voor de komende jaren zijn aangepast aan de planning uit het Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling (MPSO). Vanaf 2015 worden geen nieuwe middelen voor stedelijke herontwikkeling ontvangen. In 2019 zijn er geen middelen meer te besteden. De baten in 2015 betreft een incidentele subsidie.
Prestatiedoelstelling 2.1.3: Verkopen of in erfpacht uitgeven van (bouwrijpe) gronden ten behoeve van wonen en werken in de stad
Het gaat hier om de in het MPSO opgenomen grondexploitaties. Grondexploitaties zijn meerjarige begrotingen. De programmabegroting laat zien welk deel van de lasten en baten uit grondexploitaties verwacht wordt in een bepaald jaar te worden gerealiseerd. Doordat een aantal activiteiten doorschuiven naar de volgende jaren is het verschil vrij hoog. Daarna is er sprake van daling omdat een aantal grondexploitaties worden afgesloten. In 2016 stijgen de lasten 5,730 miljoen euro, omdat wij het kasritme van de uitgaven hebben aangepast aan het MPSO. Om dezelfde reden stijgen de baten in 2016 met 5,311 miljoen euro. De mutaties vanaf 2017 vinden hun grondslag in dezelfde aanpassing.
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
De middelen die nodig zijn om de projecten die vallen onder de prestatiedoelstelling Investeren in Stedelijke Herontwikkeling uit te voeren, worden onttrokken aan de reserve Stedelijke Herontwikkeling. De komende jaren zullen geen nieuwe middelen toegevoegd worden aan de reserve. Vanaf 2017 vervalt de onttrekking aan de reserve grondexploitaties van 1,361 miljoen euro voor mobiliteit.
Versterken van de vitaliteit en de leefbaarheid van de stad
Verbeteren van huisvesting bijzondere doelgroepen en vergroten kansen op de woningmarkt van woningzoekenden
Utrechtse bewoners en woningzoekenden zijn naar inkomen en zorgvraag binnen een redelijke termijn passend gehuisvest. Bij woningzoekenden speelt ook huishoudensgrootte een rol
In 2016 verwachten we dat er 2.400 woningen en studenteneenheden worden opgeleverd (waarvan 260 zelfstandige Studentenwoningen en 380 onzelfstandige eenheden inclusief gerealiseerde eenheden via transformatie). Wij zetten in op de betaalbaarheid van het wonen, vooral voor de laagste inkomens (onder de 34.678,00 euro) en op een betere verdeling van de vrijkomende sociale huurwoningen (tegengaan van scheef wonen). We bevorderen doorstroming op de woningmarkt. Want voor de beschikbaarheid van goedkope sociale huurwoningen voor de doelgroep is het noodzakelijk dat middengroepen verhuizen naar duurdere huurwoningen of de koopsector. De extramuralisering en het scheiden van wonen en zorg veranderen de opgave op de woningmarkt. Het fysieke en het sociale domein binnen de Gemeente Utrecht werken intensief samen om de opgave wonen en zorg verbonden aan te pakken. Het uitvoeringsprogramma richt zich op vijf onderwerpen: vraag en aanbod op dit vlak, spreiding van het
aanbod over de stad, welkome wijken, woonruimteverdeling en transformatie van vrijkomend zorgvastgoed.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E2.2.1a | Zoektijd huurwoning aanbodsysteem (in jaren) | Bestuursinformatie | n.v.t. | 3,4 | 4,2 | 4,5 | 4,0 |
E2.2.1b | Het aantal gerealiseerde eenheden door middel van transformatie van kantoren | Afdeling wonen, Gemeente Utrecht | n.v.t. | n.v.t. | 640 | 600[1] | 160 |
[1] Waarvan 250 studenteneenheden via transformatie (onzelfstandig).
We maken en monitoren prestatie-afspraken met de Utrechtse corporaties
In 2011 zijn de Prestatieafspraken Bouwen aan de Stad vastgelegd. Eind 2015 lopen deze afspraken af. Voor de periode 2016 tot en met 2019 worden nieuwe afspraken gemaakt op basis van de Woonvisie. De belangrijkste onderwerpen daarin zijn betaalbaarheid, beschikbaarheid, duurzaamheid en kwaliteit. De bouw- en renovatieopgave van de corporaties zal jaarlijks in dynamische productieprogramma’s worden vastgelegd. Vanaf 2016 zullen, zoals vastgelegd in de nieuwe Woningwet, corporaties gegevens over hun bedrijfsvoering open en transparant delen met de gemeenten en de huurders.
We stellen een regionale huisvestingverordening op en voeren deze uit
In afstemming met 16 regiogemeenten en de woningcorporaties in de regio wordt een nieuwe Regionale Huisvestingsverordening opgesteld. Door het wegvallen van het kaderwetgebied wordt deze verordening in elke gemeente afzonderlijk vastgesteld door de gemeenteraad, zo ook in Utrecht. De nieuwe verordening is aangepast aan de nieuwe Huisvestingswet die sinds 1 januari 2015 van kracht is. Uitgangspunt is vrije vestiging en meer transparantie voor de woningzoekende. Schaarste is een voorwaarde voor het instellen van een verordening. Deze schaarste is voor de regio Utrecht ruimschoots aangetoond. Er wordt gestreefd naar zoveel mogelijk uniforme regels voor de hele regio, zodat de regionale woningmarkt zo goed mogelijk kan functioneren. Er is echter ook ruimte voor regionale invullingen daar waar de lokale omstandigheden daarom vragen. Per 1 juli 2015 is de nieuwe verordening van kracht, met uitzondering van het onderdeel over de woonruimtevoorraad (splitsen en omzetten). Dit zal later ingaan in verband met het aanpassen van het beleid n.a.v. de evaluatie en invoeren van nieuwe regelgeving.
We stimuleren en faciliteren het woningaanbod in de middeldure huur- en koopsector voor studenten en starters
- We zetten het Actieplan Studentenhuisvesting Utrecht voort en leggen de focus op het faciliteren van de totstandkoming van de geplande projecten, op flexibele concepten en op het monitoren van tijdelijke eenheden in te slopen huurwoningen. We betrekken particuliere kamerverhuur en de aanpak van huisjesmelkersproblematiek (of aanpak notoire huisjesmelkers) bij het Actieplan, waardoor wij naast kwantiteit ook op kwaliteit van studentenhuisvesting sturen.
- We zetten het Actieplan Middeldure Huur voort en leggen de focus op het in beeld brengen van productmarktcombinaties (de kwaliteit van de vraag), op het in beeld brengen en waar mogelijk wegnemen van belemmeringen bij het tot stand komen van projecten, en streven naar een goede balans tussen liberalisatie en behoud van voldoende betaalbare huurwoningen als onderdeel van de nieuwe prestatieafspraken met de corporaties.
- We willen ruimte scheppen voor initiatieven vanuit de samenleving. Wij stimuleren de burgers om zelf de regie te voeren over woningontwerp, bouwproces, beheer van woningen en of woonomgeving. We richten het proces zo in dat particulier opdrachtgeverschap, collectief particulier opdrachtgeverschap, en wooncoöperaties aan de slag kunnen. We zetten in 2016 in op 25 woningen, gebouwd in particulier opdrachtgeverschap en twee projecten collectieve zelfbouw, bestaande uit elk vijftien tot twintig woningen.
- Ook in 2016 bestrijden we via de inzet van het huurteam Utrecht misstanden op de (particuliere) huurwoningmarkt.
- Met het Fonds Toevoegen Woonruimte stimuleren we de verruiming van het aanbod van betaalbare zelfstandige woonruimte voor starters en studenten door verbouw van bestaande bedrijfspanden.
We stimuleren en faciliteren de huisvesting van bijzondere doelgroepen
Onderdeel van de prestatieafspraken met de Utrechtse woningcorporaties zijn de inspanningen die zij leveren op het gebied van de huisvesting van statushouders en de uitstroom uit de instellingen voor maatschappelijke opvang en (openbare) geestelijke gezondheidszorg. Vooral door de grote toename van het aantal statushouders in de laatste jaren, zijn er binnen het aanbod aan vrijkomende sociale huurwoningen niet meer voldoende geschikte woningen te vinden om deze doelgroepen volledig te huisvesten. Daarom zal, zowel binnen als buiten het bezit van de corporaties, gezocht worden naar alternatieve –eventueel langdurig tijdelijke- huisvestingsmogelijkheden.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P2.2.1a | Monitor Utrechtse Samenwerkingsafspraken | Afdeling wonen | (2012) | 1 | 1 | 1 | 1 |
P2.2.1b | Aantal certificaten Politie Keurmerk Veilig Wonen | Afdeling wonen | n.v.t. | 1.850 | 1.235 | 1250 | 1000 |
P2.2.1c | Aantal verstrekte startersleningen | Afdeling wonen | n.v.t. | 154 | 372 | max. 175 | n.v.t. |
P2.2.1d | Huurteam Utrecht | Urbannerdam BV | n.t.b. | 442 | 600 | 500 | 500 |
P2.2.1e | Aantal rollatorwoningen in sociale huur | Afdeling Wonen Gemeente Utrecht | 2016 | n.v.t. | n.v.t. | nulmeting | Onbekend |
P2.2.1f | Aantal nultredewoningen in sociale huur | Afdeling Wonen Gemeente Utrecht | 2016 | n.v.t. | 600 | 500 | 500 |
P2.2.1e | Aantal woningen d.m.v. zelfbouw | Afdeling Wonen Gemeente Utrecht | 2015 | n.v.t | n.v.t. | 55 | Onbekend |
Rekening 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P2.2.1 Wonen | 5.695 | 6.682 | 3.082 | 3.037 | 3.037 | 3.232 |
Totaal lasten | 5.695 | 6.682 | 3.082 | 3.037 | 3.037 | 3.232 |
Baten | ||||||
P2.2.1 Wonen | 1.256 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 1.256 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo lasten en baten | 4.440 | 6.682 | 3.082 | 3.037 | 3.037 | 3.232 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 4.195 | 3.588 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 245 | 3.094 | 3.082 | 3.037 | 3.037 | 3.232 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 2.2.1: Verbeteren en vergroten van de huisvesting mogelijkheden van bijzondere doelgroepen en woningzoekenden
In de (actuele) begroting 2015 is het stimuleringsfonds woningbouwproductie opgenomen (3,588 miljoen euro). Dit fonds bestaande uit gemeentelijke en rijksgelden en is geoormerkt aan diverse investeringgsprojecten voor nieuwbouwwoningen. Gelden worden uitgekeerd op het moment van gereedkomen van die nieuwbouw. Het resterende saldo wordt ieder jaar met de verantwoording begrotingstechnisch ‘doorgeschoven’ naar het daarop volgende jaar. De lasten worden voor 1,7 miljoen euro ingezet voor bekostiging van organisaties werkzaam op het gebied van woningverdeling, ondersteuning van en vergunningverlening aan (bijzondere) doelgroepen en huurders (huurteam), Daarnaast vindt subsidiering plaats voor de informatie verstrekking over wonen aan studenten (0,015 miljoen euro) en is er ruim 0,1 miljoen euro beschikbaar voor huisvestings- en doelgroepen-onderzoeken ten behoeve van beleidsondersteuning. Er vindt stimulering plaats van de Woningbouwproductie, woningrenovatie van particuliere woningbezitters en er worden startersleningen verstrekt tot het subsidieplafond van 25 miljoen euro is bereikt. De lasten van het beleidsapparaat inclusief overhead bedragen 1,3 miljoen euro.
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
Er is nog geen onttrekking uit reserves opgenomen in de begroting. Er vindt separaat aan de programmabegroting besluitvorming plaats als er doeluitkeringen worden gedaan uit bijvoorbeeld de reserve Woonfonds of de reserve Woningonttrekkingsgelden, meestal in de vorm van een (incidentele of tijdelijke) subsidie. Er worden subsidies verstrekt vanuit het Fonds Toevoegen Woonruimte. Het subsidieplafond in 2016 bedraagt 1,2 miljoen euro. Fonds Toevoegen Woonruimte is een subsidieregeling voor het toevoegen van nieuwe woonruimte door bijvoorbeeld verbouw van bestaande bouw. Hiervoor is een reserve Woonruimteonttrekking geopend.
Duurzame verbetering van de woon- en leefsituatie in Krachtwijken Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep en Zuilen-Oost
Verbetering van de situatie van en het perspectief voor bewoners op het gebied van wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de Krachtwijken
Verbetering van de situatie van en het perspectief voor bewoners op het gebied van wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de Krachtwijken
Met de aanpak in Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost willen we de kansen van bewoners om mee te doen vergroten en duurzame verbeteringen realiseren. Het programma richt zich op wijken en buurten waar relatief veel kwetsbare mensen wonen en waar vaak sprake is van complexe problemen. Speerpunten van de wijkaanpak in Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost zijn jeugd en veiligheid, onderwijs en talentontwikkeling, wijkeconomie en werken, gezondheid en preventie, wonen en leefbaarheid. Armoede is een toenemend probleem in de verschillende wijken. De wijkactieprogramma’s 2016 voorzien in een aanpak hiervoor. Ook 'schoon, heel en veilig' blijft een belangrijk aandachtspunt. De reguliere inzet en financiering zijn uitgangspunt; op basis hiervan bepalen we per wijk de benodigde aanvullende inzet.
Voorbeelden van projecten en activiteiten, waaraan wordt bijgedragen vanuit de wijkaanpak zijn:
- vergroten van kansen voor de jeugd door middel van talentontwikkeling Brede School, ontwikkeling taalvaardigheid en digitale vaardigheid om de kans op werk te vergroten;
- aanpak van de Amsterdamsestraatweg;
- stimuleren van kleinschalige activiteiten en/of initiatieven op wijk- en buurtniveau die aanvullend zijn op het reguliere armoedebeleid;
- een ‘van gevel tot gevelaanpak’, waarbij de buitenruimte in samenwerking met de corporaties en onder regie van Stadswerken wordt schoongehouden;
- vreedzame kinderzone Kanaleneiland.
Net als in 2015 bevatten de wijkactieprogramma’s 2016 de drie belangrijkste wijkambities, de complexe projecten en trajecten en de gebieds- en buurtaanpakken. In de wijkactieprogramma's 2016 van Overvecht, Zuidwest en Noordwest is opnieuw de aanvullende inzet vanuit de wijkaanpak opgenomen. De programmering voor 2016 en 2017 zoals gefinancierd met het krachtwijkenbudget is in het voorjaar 2015 vastgesteld. De wijkactieprogramma’s zijn in samenspraak met bewoners, corporaties, ondernemers en andere partners in de wijken tot stand gekomen. Het programma Krachtwijken wordt komende twee jaar geleidelijk afgerond en - als onderdeel van wijkgericht werken - verder geïntegreerd in regulier beleid en reguliere financiering.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E3.1.1 | Het buurtoordeel Krachtwijken benadert het gemiddelde buurtoordeelcijfer | Inwoners- | 2007 | 6,1 | 5,9 | 6,0 | 6,0 |
Uitvoeren van de wijkactieprogramma's in de vier krachtwijken
Prestaties die we in 2016 willen realiseren zijn:
- uitvoeren van de projecten en realiseren van de doelstellingen, zoals opgenomen in de wijkactieprogramma’s 2016. Daarbij hebben we speciale aandacht voor voortzetting van de aanpak Amsterdamsestraatweg. Bij de Voorjaarsnota 2016 komen we terug op de financiering van de tweede fase van de aanpak;
- succesvolle projecten en aanpakken uit de wijkaanpak onderdeel maken van regulier beleid en reguliere financiering;
- de aandacht voor jongeren door middel van de inzet van jongerenwerk op hetzelfde niveau houden; de financiering van het jongerenwerk in 2016 vanuit het krachtwijkenbudget blijft gelijk aan die van 2015.
- Verder versterken van de inbreng en betrokkenheid van bewoners, corporaties, ondernemers en andere partners bij de aanpak in de wijken;
- verder versterken van de samenwerking tussen bewoners, ondernemers en organisaties in de wijken;
- minder projecten, meer focus in de wijkaanpak; aansluiten bij het wijkgericht werken en de reguliere inzet van gemeente, corporaties en andere partijen in de wijken;
- voeren van stedelijke regie op en voortgangsbewaking en monitoring van de wijkaanpak;
- samenwerken met stedelijke en landelijke instellingen die betrokken zijn bij de wijkaanpak.
Voor een overzicht van alle projecten in Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost verwijzen we naar de wijkactieprogramma’s Overvecht, Zuidwest en Noordwest 2016.
Rekening 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P3.1.1Uitvoeren van de wijkactie- | 5.592 | 5.310 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 5.592 | 5.310 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten | ||||||
P3.1.1 Uitvoeren van de wijkactie-programma’s in de Krachtwijken | 3.725 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 3.725 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo lasten en baten | 1.868 | 5.310 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 1.535 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 1.868 | 3.775 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 3.1.1: Uitvoeren van de wijkactieprogramma’s in de vier Krachtwijken
Het programma Krachtwijken wordt de komende jaren geleidelijk afgebouwd. In de laatste twee jaren (2016 en 2017) zal er vanuit de gemeente geen nieuw budget beschikbaar komen.
Borgen van de monumentale en cultuurhistorische waarden
Zorgdragen voor de instandhouding van monumentale en cultuurhistorische waarden als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad
Monumenten en cultuurhistorische waarden zijn geborgd als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad
Behoud van gebouwd en archeologisch erfgoed is een belangrijke factor voor de ruimtelijke kwaliteit en identiteit van de stad. Wij ondersteunen behoud gericht op duurzaam gebruik van cultuurhistorisch waardevolle objecten, waar onder 3000 beschermde monumenten, en stedenbouwkundig-historische structuren bij stadsontwikkeling. Met behoud van monumentale objecten bij stadsvernieuwing en gebiedsontwikkeling willen wij de identiteit van wijken en buurten versterken dan wel behouden. Wij zetten daarbij erfgoed bij ruimtelijke ontwikkelingen in als bijdrage aan een kwalitatief hoogwaardige omgeving en openbare ruimte. In 2016 werken wij verder aan de inventarisatie en selectie van monumentaal groen erfgoed. Met actief publieksbereik over resultaten van onderzoeken en verspreiding van kennis werken wij, waar mogelijk in samenwerking met maatschappelijke partners, aan draagvlak voor behoud en gebruik van erfgoed. Cultuurhistorische waarden willen wij daarbij ook inzetten voor stadspromotie. Wij houden met deze doelstellingen een hoge ambitie bij ons erfgoedbeleid, mede vanwege het belang van cultureel erfgoed als economische factor. In dat kader blijven wij, mede gelet op de toenemende vraag naar URF-kredieten, restauratie en herbestemming van monumenten stimuleren en ondersteunen.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E4.1.1 | Aandeel ruimtelijke ordenings-projecten en bestemmings-plannen waarin cultuurhistorie is geïntegreerd | Afdeling SteM | n.v.t. | 100% | 100% | 100% | 100% |
Begeleiden, toetsen, subsidiëren en financiëren van monumenten- renovaties en -onderhoud en het borgen van de cultuurhistorische waarden in de stad
Wij adviseren eigenaren over instandhouding van (beschermde) monumenten. Daarvoor blijven wij het Utrechts Restauratiefonds inzetten voor ondersteuning van een duurzame aanpak van gemeentelijke monumenten en behoud van restauratievakkennis. Behoud door ontwikkeling blijven wij inhoud geven door naast bescherming passend hergebruik van vrijkomend monumentaal vastgoed te stimuleren. Monumentale kerkgebouwen vragen daarbij vanwege het afstoten van gebouwen door kerkgenootschappen in het bijzonder aandacht. Wij blijven betrokken bij de Stichting Wonen boven winkels die de primaire partij is voor het stimuleren van herontwikkeling van leegstaande woningen boven winkels in het (kern)winkelgebied in de historische binnenstad. Binnen de kaders van de archeologiewetgeving, geven wij met ons gemeentelijk archeologiebeleid sturing aan archeologisch onderzoek. Wij werken mee aan (inter)nationale projecten voor als werelderfgoed te nomineren historische structuren als de Nieuwe Hollandse waterlinie en de Romeinse Limes. Daarbij maken wij zorgvuldig onderscheid tussen bijdragen aan ontwikkeling en onze publiekrechtelijke rol.
- Wij verstrekken financieringen voor restauratie van monumentale objecten en cultuurhistorische waarden, met in het bijzonder aandacht voor het integreren in de planvorming van duurzaamheidsmaatregelen.
- Ter stimulering daarvan verstrekken wij subsidies voor onderzoek en duurzaamheidsadvies aan eigenaren van monumenten. Tevens adviseren wij eigenaren / schoolbesturen van monumentale schoolgebouwen in het kader van het onderwijsproject De Frisse School over uitvoeringsmaatregelen in relatie tot de monumentwaarden.
- Wij adviseren eigenaren bij - het zoeken naar passende - herbestemming voor vrijkomende monumenten. Vooral industriële gebouwen en in toenemende mate vrijkomende kerkgebouwen vragen daarbij aandacht. Deze zijn vaak zeer beeldbepalend in de structuur van een wijk of buurt.
- Waar mogelijk zullen wij bestaande monumentale objecten en structuren integreren in stedelijke herontwikkelings- en of uitbreidingsopgaven.
- De kwaliteit en wijze van uitvoering, bij monumenten van groot belang, bewaken wij door toetsing van aanvragen omgevingsvergunning op restauratie technisch- en bouwhistorisch vlak en duurzaamheidsaspecten.
- Wij adviseren woningcorporaties – en andere vastgoedbeheerders – over aanpak bij renovatie in naoorlogse wijken van (wederopbouw) woningcomplexen met aandacht voor de specifieke architectuurhistorische waarden daarvan.
- De cultuurhistorische waarden in de binnenstad willen wij mede inzetten voor verbetering van de omgevings-kwaliteit. Onder andere voor de opwaardering van verbindingsroutes tussen binnenstad en stationsgebied. Wij willen – in aanvulling op bescherming van twee parken in 2014 en 2015 – in het kader van leefbaarheidsaspecten in de diverse wijken een aanvullende inventarisatie en selectie van monumentaal groen maken.
- Wij beheren het archeologisch erfgoed middels advisering aan initiatiefnemers van ruimtelijke plannen en een vergunningenregime op grond van de monumentenwetgeving voor noodzakelijke ingrepen bij uitvoering daarvan.
- Wij toetsen en begeleiden archeologische onderzoeken van derden en voeren waar nodig eigen onderzoek uit.
- Wij borgen de resultaten van archeologisch- en bouwhistorisch onderzoek in (basis)rapportages en het beheer van vondsten in het (archeologisch) depot.
- Wij exploiteren Museum Castellum Hoge Woerd in Leidsche Rijn, met een presentatie van archeologische vondsten en een tentoonstelling over 3000 jaar Leidsche Rijn.
- Wij ondersteunen particuliere initiatieven en activiteiten, waaronder Kerken Kijken en de Open Monumentendag (totaal circa 60.000 bezoekers per jaar).
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P4.1.1 | Verbeteren van 200 in matige/ slechte staat verkerende monumenten (meerjarenaanpak) | Regi-stratie projecten | Beleids-plan 2004 | 128 van 200 | 159 van 200 | 175 van | 200 van |
Realisatie 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P4.1.1 Monumentale en cultuurhistorische waarden | 3.807 | 2.426 | 2.643 | 2.643 | 2.643 | 2.643 |
Totaal lasten | 3.807 | 2.426 | 2.643 | 2.643 | 2.643 | 2.643 |
Baten | ||||||
P4.1.1 Monumentale en cultuurhistorische waarden | 1.053 | 339 | 339 | 339 | 339 | 339 |
Totaal baten | 1.053 | 339 | 339 | 339 | 339 | 339 |
Saldo lasten en baten | 2.754 | 2.087 | 2.304 | 2.304 | 2.304 | 2.304 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 950 | 340 | 300 | 180 | 180 | 180 |
Onttrekking reserves | 0 | 180 | 180 | 180 | 180 | 180 |
Geraamd resultaat | 3.704 | 2.247 | 2.424 | 2.304 | 2.304 | 2.304 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 4.1.1: Begeleiden, toetsen, subsidiëren, en financieren van monumenten -renovaties en – onderhoud en het borgen van cultuurhistorische waarden in de stad
In de Voorjaarnota van 2014 was voor een tijdelijke periode middelen gereserveerd voor de exploitatie van Castellum Hoge Woerd, een hoogwaardige nieuwe voorziening in de culturele infrastructuur van Leidsche Rijn. Vanaf 2016 wordt een bedrag van 0,24 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld om een solide exploitatie van het Castellum mogelijk te maken. De resterende 0,02 miljoen euro heeft betrekking op de taakstelling Beleid uit de Voorjaarsnota 2014.
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
Met ingang van 2016 beëindigen wij de storting van 0,18 miljoen euro in de reserve het Archeologisch museum Leidsche Rijn (Castellum Hoge Woerd) vanwege de opening en ingebruikname van het Castellum Hoge Woerd in september 2015. et vrijkomende structurele budget wordt vanaf 2016 aangewend ter dekking van de exploitatielasten, zoals huur en facilitaire voorzieningen. De toevoeging in de reserve voor de jaren 2015 en 2016 bestaat uit een dotatie in het Utrecht Restauratiefonds (URF) van respectievelijk 0,160 miljoen euro en 0,120 miljoen euro.
De bebouwde omgeving is veilig, leefbaar en tast de gezondheid niet aan
Veiligheid, leefbaarheid, milieu en gebruik van de bebouwde omgeving voldoen aan wet- en regelgeving
De bebouwde leefomgeving en ruimtelijke ordening is leefbaar, veilig en tast de gezondheid niet aan
Wij zorgen ervoor dat het oprichten, slopen of wijzigen van gebouwen voldoet aan de wettelijke en lokale regelgeving en dat de uitvoering van (nieuwe) wet- en regelgeving betrouwbaar, professioneel en klantgericht is. Het leefmilieu beschermen wij tegen aantasting door bedrijfsmatige activiteiten en bodemverontreiniging. Daarnaast willen wij dat de bestaande bebouwde leefomgeving blijft voldoen aan de geldende wet- en regelgeving en dat de woningen uit de kernvoorraad legaal verhuurd en bewoond worden.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E5.1.1 | Percentage slechte panden in de kwaliteitsmonitor ten opzichte van de totale voorraad | SO-PD-JZB | 0,5% (2005) | 0,10% | <0,13% | <0,10% | <0,10% |
We toetsen en houden toezicht op alle vergunningaanvragen, integraal en adequaat volgens vastgestelde protocollen
Wij toetsen alle vergunningaanvragen integraal en tijdig. Hierbij kijken wij in het bijzonder of een initiatief past binnen het bestemmingsplan, technisch in orde is en voldoet aan onze welstandscriteria. Als plannen niet passen binnen de planologische kaders dan vindt ook beoordeling plaats op bijvoorbeeld milieu aspecten, verkeerskundige gevolgen, economische en archeologie belangen. Bij aanvragen uit bestuurlijke aandachstgebieden en bij huisjesmelkers zetten wij onze mogelijkheden in uit de wet Bibob.
Wij blijven particulieren en professionele aanvragers, voorafgaand aan de vergunningaanvraag, de mogelijkheid bieden tot overleg. Wij verbeteren de mogelijkheden tot contact en vroegtijdig overleg. Hiermee vergroten we de kwaliteit van de plannen en de slaagkans van een aanvraag. Wij wijzen initiatiefnemers actief op het belang van afstemming met en het informeren van andere direct belanghebbende. Tijdige communicatie over de voorgenomen activiteiten leidt tot minder conflicten en ook tot minder bezwaarprocedures tegen verleende vergunningen. Wij publiceren alle vergunningaanvragen digitaal. Geïnteresseerden kunnen hiervan automatisch op de hoogte gesteld worden. Bij reacties op ingediende aanvragen nemen wij telefonisch contact op met de aanvrager of de indiener van de zienswijze. Hiermee verkorten we de doorlooptijd van de vergunningsaanvragen en handelen deze ruim binnen de wettelijke beslistermijn af. Wij stroomlijnen daarvoor ook de werkprocessen in onze organisatie en met externe ketenpartners.
We houden toezicht op de naleving van de milieuregels, de kwaliteit en het gebruik van de bestaande gebouwen en terreinen en treden op tegen woonfraude
Wij houden conform de handhavingsstrategieën en het handhavingsprogramma toezicht op:
- De naleving van vergunningen bij de oprichting, asbestverwijdering en sloop of wijziging van gebouwen. Ook sturen wij op het (vroegtijdig) voorkomen en beperken van bouwhinder door bedrijven gebruik te laten maken van de instrumenten die wij hiervoor hebben ontwikkeld.
- De naleving van (Milieu) wet- en regelgeving bij bedrijven met voornamelijk industriële activiteiten. We doen dit waar mogelijk integraal met andere specialisten zoals de brandweer.
- De naleving van wet- en regelgeving bij bodemsaneringen. Tevens sporen wij illegale verspreiding van verontreinigde grond op.
- De kwaliteit en het gebruik van bestaande gebouwen en terreinen. Daarbij treden we op tegen woonfraude en het illegaal onttrekken van zelfstandige woonruimte.
De wettelijk verplichtte en andere taken voeren we zo efficiënt mogelijk uit. Innovatief is het gebruik van data gedreven sturing bij het opsporen van woonfraude. Dit maakt dat we eerder en meer op die plekken komen waar de regels overtreden worden. De steeds verdergaande automatisering zorgt ervoor dat inspecteurs steeds meer buiten hun werk kunnen doen en zo min mogelijk tijd kwijt zijn aan de administratieve afhandelingen.
Naast het houden van toezicht motiveren we burgers en bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Zo stimuleren we een APK-traject voor installaties in woningen om slecht onderhoud en veroudering op te sporen ten einde calamiteiten te voorkomen en energie te besparen.
Met het project bestrijding ondermijnende criminaliteit pakken we meer huisjesmelkers aan. We volgen ze intensief en koppelen daarvoor informatie uit diverse datasystemen. We doen dit in samenwerking met derden zoals OM, politie en belastingdienst. Dit levert meer veilige en betaalbare woonruimte op voor onze bewoners en gaat verdere criminalisering, zoals witwassen, mensenhandel en illegaal gokken, helpen voorkomen. Ook de integrale aanpak van bepaalde straten/buurten, zoals de Amsterdamsestraatweg, met veel overlast zetten we voort.
Alle bedrijven die (relatief) veel energie verbruiken doen inmiddels mee aan een stimuleringstraject of zijn met behulp van sancties aangespoord om energiebesparende maatregelen te nemen. Komend jaar zullen wij een aantal bedrijven opnieuw bezoeken waarbij wij extra aandacht besteden aan het gedrag en het gebruik van de energiebesparende voorzieningen.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P5.1.1 | Gegronde bezwaren op totaal aantal beschikte aanvragen omgevingsvergunningen maximaal 1% | VTH | (2011) | <1,00% | 0,52% | <1,00% | <1,00% |
P5.1.2 | Gegronde bezwaren op totaal aantal beschikte aanvragen handhavingsbesluiten maximaal 10% | VTH | (2013) | 10% | 4% | <10% | <10% |
P5.1.2 | Bij nieuwbouw en verbouw is het streefpercentage van alle conform de ‘Handhavingstrategie bouwen en slopen’ gecontroleerde onderdelen, dat op bouwkundige en constructieve aspecten voldoet aan de bouwregelgeving, 100%. | VTH | (2016) | n.v.t. | n.v.t. | 100% | 100% |
P5.1.2 | Het percentage van alle gecontroleerde milieuactiviteiten (zie handhavingsstrategie bedrijven en instellingen), dat de milieu-en brandveiligheidsregelgeving correct heeft nageleefd, is na hercontrole minimaal 80%. | VTH | (2016) | n.v.t. | n.v.t. | >80% | >80% |
Realisatie 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P5.1.1 Toetsen en toezicht houden op alle vergunningen | 8.234 | 8.010 | 8.342 | 8.267 | 8.269 | 8.270 |
P5.1.2 Toezicht houden op de naleving van de milieuregels | 4.137 | 4.606 | 4.817 | 4.817 | 4.817 | 4475 |
Totaal lasten | 12.371 | 12.616 | 13.160 | 13.084 | 13.086 | 12.745 |
Baten | ||||||
P5.1.1 Toetsen en toezicht houden op alle vergunningen | 11.021 | 12.735 | 12.872 | 12.872 | 12.872 | 12.872 |
P5.1.2 Toezicht houden op de naleving van de milieuregels | 894 | 898 | 908 | 908 | 908 | 908 |
Totaal baten | 11.915 | 13.633 | 13.780 | 13.780 | 13.780 | 13.780 |
Saldo lasten en baten | 456 | -1.017 | -620 | -696 | -694 | -1.035 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 456 | -1.017 | -620 | -696 | -694 | -1.035 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 5.1.1: Toetsen en toezicht houden op alle vergunningen
Lasten: Niet van toepassing.
Baten: De opbrengsten zijn in de periode 2015-2019 hoger dan bij de Jaarrekening 2014 en betreft de inkomsten voor de Wabo-vergunningen. In 2014 waren deze 1,7 miljoen euro lager dan begroot in verband met het achterblijven van leges opbrengsten voor bouwplannen (zie Jaarstukken 2014).
Prestatiedoelstelling 5.1.2: Toezicht houden op de naleving van de milieuregels
De lasten nemen toe in verband met de extra inzet voor ondermijnende criminaliteit en huisjesmelkers. Bij de Voorjaarsnota 2015 zijn hiervoor extra middelen beschikbaar gesteld.
Baten: Niet van toepassing.
Leidsche Rijn: De stad Utrecht uitgebreid met een stedelijke gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren
Leidsche Rijn is een stedelijk gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren
Leidsche Rijn is een goed functionerend stadsdeel
We maken grond bouw- en woonrijp voor in totaal ruim 31 duizend woningen, 720 duizend vierkante meters kantoren, 270 hectare bedrijfsterreinen en een 300 hectare groot Máximapark. Daarbij zorgen we voor het tot stand komen van een adequate infrastructuur, een aantrekkelijk openbaar gebied en goede maatschappelijke en commerciële voorzieningen.
Het voorzieningenniveau in Leidsche Rijn sluit ten minste aan bij de vraag (kwantitatief en duurzaam) van bewoners en bedrijven
Waar mogelijk wordt creatief ingespeeld op de behoefte aan voorzieningen, eventueel in de tijdelijke sfeer. De in recente bestemmingsplannen ingebouwde flexibiliteit helpt daarbij. Onder meer de vele voorzieningen en het stimuleren van het fietsgebruik door uitbreiding van het fietsnetwerk dragen bij aan gezonde verstedelijking.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E6.1.1 | Tevredenheid bewoners | Wijkwijzer 2015 | n.v.t. | 6,9 | 7,0 | 7,2 | 7,5 |
Realiseren van bouwrijpe grond voor woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen, voorzieningen en de aanleg en inrichting van bijbehorende openbare ruimte
Leidsche Rijn is de grootste nieuwbouwwijk van Nederland en verreweg de snelst groeiende wijk van Utrecht. Er zijn al 22.000 woningen gebouwd of in aanbouw en de komende jaren komen daar nog ruim 9.000 woningen bij. Voor 2016 rekenen wij op de start van de bouw van 500 woningen. Wel zien we dat onder de huidige economische en marktomstandigheden de vraag groot is en de verkopen goed gaan. In ‘t Zand wordt het laatste deel van de ééngezins koopwoningen gebouwd. In de spoorzone van Terwijde en ‘t Zand wordt een deel van de appartementen gebouwd en opgeleverd. De omliggende pleinen en straten worden door ons aangelegd. Ook zijn in Leidsche Rijn Centrum 750 appartementen in aanbouw waarvan bijna de helft in de categorie beleggershuur. In Hoge Weide, Grauwaart, Máximapark, Vleuterweide, Langerak en ‘t Zand zijn 50 koopappartementen en ruim 600 eengezins koopwoningen in aanbouw. Met uitzondering van Leidsche Rijn Centrum wordt in alle gebieden gezorgd voor bouwrijpe grond voor de vrije kavels. De gebieden Leeuwesteyn en Rijnvliet maken we naar verwachting (gefaseerd) bouwrijp. We zorgen voor een fietspad door Leeuwesteyn en Hoge Weide naar de fietsbrug. We maken het nog aantrekkelijker om van en naar de stad te fietsen. In Leidsche Rijn Centrum werken we aan de realisatie van Skaeve Huse en zowel tijdelijke als permanente studentenwoningen. We gaan het Stedenbouwkundig Plan voor het woningbouwdeel van Haarrijn actualiseren en we bereiden voor dat gebied een Bestemmingsplan voor. We begeleiden en stimuleren initiatieven van bewoners.
In 2016 wordt in Haarrijn en Oudenrijn verder gebouwd aan een aantal nieuwe (bedrijfs)panden, in de noordpunt van het Máximapark aan een klimhal en in De Wetering-zuid aan het crematorium. In Oudenrijn werken we aan het bouwrijp maken van Beefland, het bedrijvendeel boven de HOV-baan. In Haarrijn gaat het om Van der Kley, DHL, Rolande en Skydive.
In 2016 werken we verder aan de aanleg van de Vleutensebaan, parallel aan de spoorlijn Utrecht –Den Haag. Doordat de stadsbaantunnel eind 2015 is opengesteld kan rondom Leidsche Rijn Centrum de infrastructuur worden aangepast. In 2016 werken we aan de aanleg van de HOV-baan door Leidsche Rijn Centrum. Eind 2016 verwachten we de Vleutensebaan, het busstation en de HOV-baan door Leidsche Rijn Centrum te kunnen opleveren. De ontwikkelaar start de voorbereiding van de aanleg van de winkelstraten in het kernwinkelgebied. Tegelijkertijd starten wij de voorbereiding van de aanleg van de aangrenzende hoofdwegen en het Brusselplein.
Voorbereiden van de plannen en opleveren van voorzieningen
In 2016 openen we de fietsbrug, waarmee Leidsche Rijn vanuit het centrum van Utrecht nog sneller bereikbaar is. Wij realiseren de plannen die wij in coproductie met bewoners hebben bedacht voor het Muziekplein in Terwijde. Vanaf voorjaar 2016 wordt een Hindoetempel gebouwd in de Hoge Woerd, Máximapark.
Het winkelgebied van Leidsche Rijn Centrum is volop in aanbouw wat moet resulteren in een oplevering in najaar 2017. We starten met de bouw van de bibliotheek en het wijkbureau aan het Brusselplein en met de bouw van een basisscholencluster in Leidsche Rijn Centrum Zuid. We werken aan de voorbereiding van een culturele voorziening.
In 2016 stellen wij het bestemmingsplan Leidsche Rijn Centrum Oost vast.
In Haarrijn leveren we in 2016 een viertal panden op, in De Wetering-zuid het crematorium, in het Máximapark de klimhal en in Oudenrijn naar verwachting twee bedrijfspanden.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P6.1.1 | Woningen | Gemeente Utrecht | n.v.t. | 64,5% | 66,0% | 68,2% | 70,1% |
P6.1.1 | Kantoren | Gemeente Utrecht | n.v.t. | 37,1% | 38,5% | 39,6% | 44,4% |
P6.1.1 | Bedrijven | Gemeente Utrecht | n.v.t. | 52,0% | 54,5% | 56,5% | 63,3% |
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P6.1.1 Realiseren van bouwrijpe grond | 111.306 | 30.028 | 76.511 | 56.848 | 44.123 | 54.825 |
Totaal lasten | 111.306 | 30.028 | 76.511 | 56.848 | 44.123 | 54.825 |
Baten | ||||||
P6.1.1 Realiseren van bouwrijpe grond | 131.941 | 30000 | 75.992 | 56.328 | 48.604 | 58.567 |
Totaal baten | 131.941 | 30.000 | 75.992 | 56.328 | 48.604 | 58.567 |
Saldo lasten en baten | -20.635 | 28 | 519 | 519 | -4.481 | -3.742 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 2.948 | 4.159 | 2.159 | 2.159 | 2.159 | 2.159 |
Geraamd resultaat | -23.583 | -4.131 | - 1.640 | -1.640 | -6.640 | -5.901 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 6.1.1 Realiseren van bouwrijpe grond.
Het totaal van de te verwachten uitgaven ramen wij voor 2016 netto op 76,5 miljoen euro en bestaat uit:
Plankosten | 6,1 | miljoen euro |
VAT-kosten | 2,7 | miljoen euro |
Verwerving | 4,4 | miljoen euro |
Bouw- en woonrijp maken | 26,5 | miljoen euro |
Bijdragen aan derden | 1,9 | miljoen euro |
Verrekeningen | 0,9 | miljoen euro |
Rente | 7,9 | miljoen euro |
Mutatie Onderhanden werk | 26,1 | miljoen euro |
76,5 | miljoen euro |
Het totaal van de verwachten baten ramen wij voor 2016 op miljoen euro en bestaat uit:
Uitgifte grond woningbouw | 32,6 | miljoen euro |
Uitgifte grond niet-woningbouw | 17,4 | miljoen euro |
Overige opbrengsten | 6,5 | miljoen euro |
Bijdrage van derden | 19,4 | miljoen euro |
75,9 | miljoen euro |
Uit de tabel blijkt het procentuele aandeel van de onderdelen in de grotere lasten en batencategorieën
Totaal | % Totaal | % Woning-bouw | % Vast-goed | % Infra | % Parken | % LRC | % Overige | |
Plankosten | 6.113.205 | 100 | 34 | 5 | 4 | 6 | 31 | 21 |
VAT-kosten | 2.711.230 | 100 | 37 | 2 | 11 | 6 | 33 | 10 |
Verwerving | 4.436.626 | 100 | 16 | 18 | 0 | 6 | 0 | 60 |
Bouw- en woon rijp | 26.515.320 | 100 | 18 | 13 | 14 | 5 | 37 | 14 |
Bijdragen aan derden | 1.927.426 | 100 | 6 | 0 | 0 | 0 | 72 | 22 |
41.703.807 | 100 | 22 | 8 | 6 | 5 | 34 | 25 | |
Uitgifte woningbouw | -32.571.934 | 100 | 76 | 0 | 0 | 18 | 6 | 0 |
Uitgifte niet-woningen | -17.436.340 | 100 | 19 | 50 | 0 | 3 | 28 | 0 |
Overige opbrengsten | -6.541.834 | 100 | 0 | 12 | 0 | 0 | 70 | 18 |
Bijdragen van derden | -19.442.000 | 100 | 40 | 0 | 14 | 0 | 2 | 44 |
-75.992.108 | 100 | 34 | 16 | 4 | 5 | 26 | 15 |
Uit de bestemmingsreserve Taakstelling Inkoop wordt een bedrag onttrokken van 2,159 miljoen euro ter invulling van de taakstelling 2016.
Het saldo van de lasten en baten voor de grondexploitatie wordt verrekend met het Onderhanden werk op de balans. De grondexploitatie is daarmee in zowel begroting als verantwoording budgettair neutraal. Het resultaat voor 2016 wordt geraamd op 1,64 miljoen euro positief en bestaat uit technische verrekeningen met het concern en gevormde reserves.
Met de keuze om de bediening en bewaking van de Stadsbaantunnel bij RWS te beleggen gaat een eenmalige investering gepaard. Hiervan is 1,0 miljoen euro reeds gereserveerd bij de Voorjaarsnota 2015, voor de resterende 5 miljoen euro wordt naar dekking gezocht binnen de grondexploitatie Leidsche Rijn.
Onder aanname van gelijkblijvende economische omstandigheden en blijvende sturing op beheersing van risico’s zal de grondexploitatie Leidsche Rijn zich de komende jaren naar verwachting verder verbeteren. Bij de Voorjaarsnota 2015 is besloten om het financiële effect van deze mogelijke verbetering te koppelen aan de financiering van de nog aan te leggen Geluidswal Veldhuizen. Naar verwachting zal de geluidswal niet voor 2017 aangelegd worden.
Stationsgebied: Samen met de partners het plangebied ontwikkelen tot een vernieuwd centrumgebied
Een aantrekkelijk en economisch optimaal benut Stationsgebied
Een aantrekkelijk en economisch optimaal benut Stationsgebied
Door de uitbreiding van het aantal vierkante meters winkels, voorzieningen en kantoren wordt werkgelegenheid gecreëerd. Daarnaast neemt door de uitbreiding van het vastgoed en de kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte, de waarde van het vastgoed toe. De afzetmogelijkheden voor de marktpartijen zijn door de combinatie van bovenstaande factoren gunstig. Als gevolg hiervan nemen de jaarlijkse inkomsten voor de gemeente mede toe door een stijging van de ozb-opbrengsten.
In de eindsituatie is de aantrekkelijkheid van het oude en het nieuwe centrum sterk verbeterd door sociaal veilige routes voor langzaam en snelverkeer (stadscorridor, de interwijk-verbinding, Moreelsebrug en HOV banen), een kwalitatief hoogwaardig ingericht openbaar gebied met aantrekkelijke pleinen (Jaarbeursplein, Stationspleinen, Vredenburgplein en Smakkelaarsveld), gebouwde stallingen voor 33.000 fietsen, vermindering van autoasfalt ten gunste van groen en water (herstel Catharijnesingel), nieuwe woningen in het gebied en dekkende afspraken over gezamenlijk beheer.
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
E7.1.1 | Toename banen | Ecorys/BI | n.v.t. | n.v.t. | 2.280-2.510 | ||
E7.1.1 | Toename netto contant waarde | Ecorys/BI | n.v.t. | n.v.t. | 290 miljoen euro | ||
E7.1.1 | Toename ozb opbrengst per jaar | BI | n.v.t. | n.v.t. | 4,8 miljoen euro |
Uitvoeren masterplan (inclusief jaarlijkse raadsbesluiten)
De prestaties bestaan uit vastgoedprojecten van private partijen en gemeente en infraprojecten. De programmatabel is te zien als een prestatie-indicator voor het vastgoedvolume.
In uitvoering in 2016
Infrastructurele werken:
- Conditionering voor Jaarbeurspleingarage en plein
- Herinrichting Rabostraat
- Bouw fietsenstalling bij Knoopkazerne/Moreelsebrug
- Bouw Moreelsebrug
- Herinrichting Mineurslaan
- Bouw eerste fase fietsenstalling (inclusief Noorderstalling)en HOV viaduct Stationsplein Oost
- Conditionering fase 2 Stationsplein Oost en start bouw fietsenstalling fase 2
- Bouw tijdelijk en definitief bus- en tramstation Oost
- Bouw Busstations West (Prorail)
- Bouw en oplevering bergbezinkbassin Rijnkade
- Bouw plaatbrug Noord (Catharijnesingel midden)
- Realisatie fietsverbinding Smakkelaarsveld
- Start herinrichting Vredenburgplein
Gebouwen:
- OV-terminal (ProRail)
- Parkeergarage Vredenburg (Klépierre)
- Entréegebouw Hoog Catharijne (Klépierre)
- Catharijneknoop/Poortgebouw (Klépierre)
- Renovatie Hoog Catharijne (Radboudkwartier, Klépierre)
- Gevelplint/Voorzetgebouw Hoog Catharijne ter hoogte van Stationsplein Oost (Klépierre)
- Paviljoen aan Stationsplein-Oost (Klépierre)
- Noordgebouw (Dura Vermeer/Vorm/NIC)
- De Kade, Paardenveld(De Kade Utrecht)
- Bioscoop (Jaarbeurs)
- Herontwikkeling Knoopkazerne, Rijkskantoor De Knoop (Rijksvastgoedbedrijf)
- Sloop gebouw Leeuwensteijn en start realisatie WTC (CBRE),
- Start bouw parkeergarage Jaarbeursplein (gemeente)
- Realisatie tafelconstructie Zuidgebouw (gemeente)
- Woongebouw Mineurslaan-Noord, onder voorbehoud van contractering marktpartij door NS Stations.
Opleveringen in 2016:
- OV-terminal (ProRail)
- Bioscoop, Jaarbeursterrein (onder voorbehoud van juridische procedures)
- Parkeergarage Vredenburg (Klépierre)
- Entrée-Oost/Centrumboulevard (Jaarbeurs)
- Busstation West (Prorail)
- Fase 1 fietsenstalling Stationsplein Oost
Fase 2 :
- 2015: uitwerken van Toekomstvisie Utrecht Centrum - a Healthy Urban Boost – in dialoog met de stad en gemeenteraad.
- 2016: juridisch vastleggen in Structuurvisie en bestemmingsplannen
Indicator | Bron | Nul-meting | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Doelstelling 2016 | Doelstelling 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
P7.1.1 | Toename aantal woningen | Berap/MP | n.v.t. | n.v.t. | 2.229 | ||
P7.1.1 | Toename m2 kantoren (bvo) | Berap/MP | n.v.t | n.v.t. | 251.714 | ||
P7.1.1 | Toename m2 winkels (vvo) | Berap/MP | n.v.t. | n.v.t. | 47.500 | ||
P7.1.1 | Toename m2 leisure (vvo) | Berap/MP | n.v.t. | n.v.t. | 70.000 | ||
P7.1.1 | Toename m2 cultuur (bvo) | Berap/MP | n.v.t. | n.v.t. | 37.500 | ||
P7.1.1 | Toename m2 hotel (bvo) | Berap/MP | n.v.t. | n.v.t. | 29.000 | ||
P7.1.1 | Toename m2 horeca (bvo) | Berap/MP | n.v.t. | n.v.t. | 12.515 |
Rekening 2014 | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
P7.1.1 Uitvoeren Masterplan | 72.008 | 98.963 | 84.170 | 119.681 | 29.594 | 31.032 |
Totaal lasten | 72.008 | 98.963 | 84.170 | 119.681 | 29.594 | 31.032 |
Baten | ||||||
P7.1.1 Uitvoeren Masterplan | 63.417 | 92.591 | 83.561 | 121.360 | 32.098 | 32.479 |
Totaal baten | 63.417 | 92.591 | 83.561 | 121.360 | 32.098 | 32.479 |
Saldo lasten en baten | 8.591 | 6.372 | 610 | -1.680 | -2.505 | -1.447 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 13.311 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking reserves | 4.776 | 8.653 | 989 | 0 | 0 | 0 |
Geraamd resultaat | 17.126 | -1.781 | -380 | -1.680 | -2.505 | -1.447 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Prestatiedoelstelling 7.1.1: Uitvoeren Masterplan
De cijfers in de financiële tabel zijn gebaseerd op de meerjarige grondexploitatie Stationsgebied die onderdeel uitmaakt van het bij de Voorjaarsnota 2015 vastgestelde MeerjarenPerspectief Stedelijke Ontwikkeling (MPSO). De inschattingen in het MPSO onderdeel Stationsgebied zijn gebaseerd op planningsinzichten van begin 2015. De ervaring leert dat er verschuivingen in zowel de baten als lasten kunnen optreden gedurende het jaar.
Het totaal aan verwachte lasten (=uitgaven) van 84,1 miljoen euro in 2016 heeft voor een groot deel betrekking op de in uitvoering genomen infrastructurele projecten:
- De lasten bouw- en woonrijpmaken en realisatie (72,35 miljoen euro) van onder andere de Catharijnesingel midden, het Stationsplein Oost, de HOV baan en van Sijpesteijnkade, de tijdelijke en definitieve fietsvoorzieningen, de Moreelsebrug, het Jaarbeursplein en omgeving, de regionale bus-voorzieningen.
- Hiermee samenhangende proceskosten (6,4 miljoen euro), lasten tijdelijke maatregelen (0,5 miljoen euro), Milieu (0,16 miljoen euro), verwervingen (1,8 miljoen euro), rentelasten (0,57 miljoen euro) en overige lasten (0,42 miljoen euro).
- De verwerking van de tranches 2016 van twee inkooptaakstellingen : de laatste tranche (0,989 miljoen euro) van de taakstelling voor de periode van 2013 tot en met 2016 (in totaal 4,075 miljoen euro) en de 2e tranche (1,0 miljoen euro) van de taakstelling voor de periode 2015 tot en met 2018 (in totaal 4,152 miljoen euro).
De in 2016 totaal verwachte baten (=inkomsten) van 83,5 miljoen euro bestaan uit:
- Grond- en vastgoed opbrengsten (parkeren, kantoren en retail) van 30,4 miljoen euro.
- De subsidies Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV) (0,45 miljoen euro) en Beter Benutten (1,05 miljoen euro) voor de realisatie van tijdelijk fietsparkeren aan de Oostzijde, de subsidie Beter Benutten voor tijdelijke maatregelen/fasering Stationsplein Oost (2,3 miljoen euro), de rijksbijdrage in verband met de afspraken over de scope uitbreiding ov-terminal(17,9 miljoen euro), de bijdrage van de Projectorganisatie Uithoflijn (POUHL) in verband met de bijbestelling gelijkrichterstation en bovenbouw voor de Uithoflijn (1,9 miljoen euro), de bijdrage van Stedin (0,05 miljoen euro in verband met de traforuimte en de bijdrage van de partners voor de biowasmachine (0,15 miljoen euro).
- De mutatie onderhanden werken (29,3 miljoen euro) in verband met het activeren van het saldo van de jaarlijkse lasten en baten naar de balansrekeningen onderhanden werk. Omdat er in 2016 meer uitgaven dan inkomsten zijn geraamd, zal er een onttrekking plaatsvinden. Bij de afsluiting van de grondexploitatie in 2020 wordt het saldo als resultaat verantwoord.
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
In de meerjarige grondexploitatie Stationsgebied is de besparing op inkoop zoals door de gemeenteraad vastgesteld bij Programmabegroting 2013 verwerkt. De deze inkooptaakstelling verwerken wij financieel technisch door een onttrekking in vier tranches aan de bij de Verantwoording 2012 ingestelde reserve Inkooptaakstelling Stationsgebied. In 2016 onttrekken wij de laatste tranche ( 0,989 miljoen euro).
Beleidsnota's
Meerjarige uitvoeringsafspraken, programma’s of beleidskaders en jaarlijkse rapportages
- Position Paper 'Bestemming Utrecht, Stad van Kennis en Cultuur' (pdf, 5,5 Mb)
- Convenant Utrecht: Knooppunt van Kennis en Cultuur (pdf, 3,6 Mb)
- De Nieuwe Ruimtelijke Strategie Utrecht (pdf, 67 Kb)
- Erfgoedagenda (pdf, 8 MB)
- Grondprijzenbrief 2015 (pdf, 1 MB)
- Meerjarenperspectief Stedelijke Ontwikkeling 2015 onderdeel wijken 1 tot en met 8
- Meerjarenperspectief Stedelijke Ontwikkeling 2015 onderdeel wijken 9 en 10
- Meerjarenperspectief Stedelijke Ontwikkeling 2015 onderdeel Stationsgebied (pdf, 2 MB)
- Actualisering Woonvisie Utrecht
- Utrecht Stad in ontwikkeling 2014-2017 (pdf, 9,4 Mb)
- Bestedingskader middelen stedelijke herontwikkeling (pdf, 50 kB)
- Bouwen aan de stad (pdf, 2,5 Mb)