Algemene middelen en onvoorzien
In het programma Algemene Middelen en Onvoorzien begroten we de baten die geen specifieke bestemming hebben. Zij worden ieder jaar betrokken bij de voorjaarsnota.
lees meerDoelenboom
Doelstellingen
Bedragen zijn in duizenden euro'sDoelstelling 1
Algemene middelen en onvoorzien
Subdoelstelling(en)
Algemene middelen en onvoorzien
Algemene middelen en onvoorzien
Algemene middelen en onvoorzien
Rekening | Begroting 2015 | Begroting 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
Lasten | ||||||
Onroerende zaakbelasting | 7.125 | 6.403 | 5.976 | 5.825 | 5.825 | 5.825 |
Precario-, toeristen en hondenbelasting | 382 | 331 | 312 | 306 | 306 | 306 |
Uitkering Gemeentefonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dividenden | 34 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Langlopende geldleningen | 26.917 | 27.843 | 29.097 | 31.139 | 32.048 | 32.856 |
Stelposten | 460 | 9.740 | 918 | -5.465 | -7.465 | -8.044 |
Onvoorzien | 0 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 |
Budgetstructuur Leidsche Rijn | 0 | -1.957 | -1.813 | -1.813 | -1.813 | -1.813 |
Totaal lasten | 34.918 | 42.519 | 34.649 | 30.150 | 29.059 | 29.288 |
Baten | ||||||
Onroerende zaakbelasting | 83.988 | 88.702 | 90.246 | 90.246 | 90.246 | 90.246 |
Precario-, toeristen en hondenbelasting | 2.749 | 2.766 | 2.766 | 2.766 | 2.766 | 2.766 |
Uitkering Gemeentefonds | 450.681 | 629.996 | 629.576 | 627.689 | 623.338 | 623.868 |
Dividenden | 1.252 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 |
Langlopende geldleningen | 55.290 | 57.223 | 57.477 | 58.019 | 57.216 | 57.024 |
Stelposten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 456 |
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetstructuur Leidsche Rijn | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 593.960 | 780.337 | 781.715 | 780.370 | 775.216 | 776.010 |
Saldo lasten en baten | -559.042 | -737.818 | -747.066 | -750.220 | -746.157 | --746.722 |
Mutaties reserves | ||||||
Toevoeging reserves | 24.094 | 9.771 | 4.137 | 6.402 | 3.184 | 6.266 |
Onttrekking reserves | 37.529 | 17.151 | 5.271 | 5.731 | 159 | 77 |
Geraamd resultaat | -572.476 | -745.198 | -748.200 | -749.549 | -743.132 | -740.533 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Onroerende zaakbelasting (ozb)
Zie ook paragraaf lokale heffingen.
De aflopende lasten bij de ozb zijn het gevolg van de begrote besparingen door de belastingsamenwerking.
In de baten is het aandeel voor het ondernemersfonds begrepen. Het ondernemersfonds is in 2012 van start gegaan en liep tot en met het belastingjaar 2014. Op 18 december 2014 heeft uw gemeenteraad besloten om het ondernemersfonds voort te zetten, met een looptijd tot en met 2019. Het ondernemersfonds wordt gevoed via de ozb-opbrengsten van eigenaren en gebruikers van niet-woningen. Om grote begrotingswijzigingen te voorkomen is het moment waarop de tarieven ozb worden berekend met ingang van de begroting 2014 later in het jaar belegd, zodat rekening gehouden kan worden met de meest actuele inschatting van de waardeontwikkeling van de woningen en niet-woningen in de stad. Met ingang van het belastingjaar 2015 wordt tevens rekening gehouden met het verschil tussen de ingeschatte waardeontwikkeling en de werkelijke waardeontwikkeling van het voorgaande belastingjaar (zie ook paragraaf lokale heffingen). Het raadsvoorstel met de ozb-tarieven 2016 volgt in het najaar.
Uitkering Gemeentefonds
De grote toename van 2015 ten opzichte van de realisatie 2014 laat zich voornamelijk verklaren door de overheveling van de middelen die horen bij de decentralisatie in het sociale domein. Vanaf 2017 loopt de algemene uitkering jaarlijks iets af. Dit is het gevolg van eerdere mutaties in corresponderende posten en de accressen.
Langlopende geldleningen
Zie ook paragraaf Financiering.
De rentelasten nemen toe omdat we verwachten dat we de komende jaren, vooral vanuit het investeringsprogramma, aanvullend moeten lenen. Bovendien houden we voorzichtigheidshalve rekening met een oplopend renteniveau voor toekomstige herfinanciering van aflossingen binnen de bestaande lange leningenportefeuille. De rentebaten blijven naar verwachting redelijk stabiel. Aan de ene kant stijgen de rentebaten omdat rente aan nieuwe investeringen wordt toegerekend. Daarentegen dalen de rentebaten door aflossingen op de portefeuille aan verstrekte geldleningen.
Stelposten
Op de stelposten staan bedragen die nog moeten worden verdeeld over de inhoudelijke programma’s.
De lasten van de stelpost algemene middelen nemen in 2016 ten opzichte van 2015 af met 8,822 miljoen euro. Deze afname is een saldo dat bestaat uit een daling met 9,872 miljoen euro en een stijging met 1,050 miljoen euro. De daling met 9,872 miljoen euro is als volgt te verklaren:
- In 2016 en de jaren daarna maakt een nog te herverdelen bedrag voor kosten van bedrijfsvoering van in totaal 8,0 miljoen euro deel uit van de concernstelposten. Dit bedrag wordt jaarlijks verdeeld zodat het in de jaren vóór 2016 niet meer op stelpost staat.
- Een vanaf 2016 nog te verdelen taakstelling communicatie van 1,1 miljoen euro conform Voorjaarsnota 2011.
- In het kader van de interne verzelfstandiging van bedrijfsonderdelen Utrechtse Vastgoed Organisatie respectievelijk Stadswerken is bij Voorjaarsnota 2014 rekening gehouden met een structurele bezuiniging van 0,695 miljoen euro met ingang van 2016.
- Diverse kleine verschillen voor totaal 0,077 miljoen euro.
De stijging met 1,050 miljoen euro is als volgt te verklaren:
- Conform besluit bij Voorjaarsnota 2015 en op aangeven van de Provincie is met ingang van 2016 budgetruimte opgenomen in afwachting van invoering van Vennootschapsbelasting. Hierdoor stijgt de stelpost met 0,750 miljoen euro in 2016.
- Conform besluit bij Voorjaarsnota 2015 zijn met ingang van 2015 middelen op stelpost gereserveerd uit behoedzaamheid om de verwachte nadelen voor Utrecht bij het verdeelmodel met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand op te vangen. Deze reservering bedraagt in 2015 9,7 miljoen euro en in 2016 10,0 miljoen euro; dit houdt in een stijging van de stelpost met 0,3 miljoen euro in 2016.
De meerjarige ontwikkeling op de stelposten laat zien dat er in 2017 een verdere daling van begrote lasten met 6,383 miljoen euro optreedt ten opzicht van 2016. Deze daling is als volgt te verklaren:
- Verhoging van de bezuiniging arbeidsvoorwaarden met 1,5 miljoen euro conform Voorjaarsnota 2013.
- Verlaging van de hiervóór genoemde reservering met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand met 5,0 miljoen euro (van 10 naar 5 miljoen euro).
- Diverse kleine posten met een totaal van 0,33 miljoen euro
- Daarentegen een stijging met 0,150 miljoen euro wegens nog niet bestemd voordelig saldo vanaf 2017.
De meerjarige ontwikkeling op de stelposten laat zien dat er in 2018 een verdere daling van begrote lasten met 2,0 miljoen euro optreedt ten opzicht van 2017. Deze daling is als volgt te verklaren:
- Verhoging van de besparing op uitgaven voor loon- en prijscompensatie met 1,0 miljoen euro conform besluit bij Voorjaarsnota 2014.
- Verdere verlaging van de gereserveerde middelen met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand met 1,0 miljoen euro: van 5,0 miljoen euro in 2017 naar 4,0 miljoen euro in 2018 conform besluit bij Voorjaarsnota 2015.
De meerjarige ontwikkeling op de stelposten laat zien dat er in 2019 een verdere daling van begrote lasten met 0,579 miljoen euro optreedt ten opzicht van 2018. Deze daling is als volgt te verklaren:
- Verdere verlaging van de gereserveerde middelen met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand met 1,0 miljoen euro: van 4,0 miljoen euro in 2018 naar 3,0 miljoen euro in 2019 conform besluit bij Voorjaarsnota 2015.
- Daar tegenover staat een verhoging van lasten en baten met eenzelfde bedrag; 0,456 miljoen euro. Het betreft aflopende posten uit de meerjarenraming die bij voorjaarsnota ingezet zijn ten behoeve van het financiële beeld.
- Diverse kleine verschillen voor in totaal 0,035 miljoen euro.
Budgetstructuur Leidsche Rijn
Op deze stelpost wordt jaarlijks aan de hand van de groei van Leidsche Rijn budget opgebouwd ter dekking van de kapitaallasten voor maatschappelijke voorzieningen in Leidsche Rijn. Op het moment dat een voorziening in gebruik wordt genomen komt het benodigde budget ten laste van deze stelpost. De begrote nadelen worden veroorzaakt doordat de opbouw van de stelpost (op basis van opgeleverde woningen) tijdelijk achterblijft bij de uitputting van de stelpost (op basis van in gebruik genomen maatschappelijke voorzieningen en openbare ruimte). Met deze nadelen wordt rekening gehouden in de reserve Budgetstructuur Leidsche Rijn. Het resultaat op deze stelpost wordt jaarlijks bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen met deze reserve verrekend.
Mutaties reserves
De begrote stortingen 2016 van in totaal 4,137 miljoen euro bestaan uit de volgende posten:
- 4,0 miljoen euro conform besloten in 2009 wegens verevening van kosten bij het versneld wegwerken van achterstallig onderhoud in de openbare ruimte.
- Een storting van 0,137 miljoen euro die ongedaan is gemaakt via een onttrekking van eveneens 0,137 miljoen euro.
De begrote onttrekkingen 2016 van in totaal 5,271 miljoen euro bestaan uit de volgende posten:
- Verevening van saldi over de jaren conform besloten in 2013 (0,227 miljoen euro), in 2014 (0,765 miljoen euro) en in 2015 (2,751 miljoen euro).
- Onttrekkingen ten behoeve van subsidie suppleties bij verzelfstandiging van de Bibliotheek (0,136 miljoen euro) en de Stadsschouwburg (0,110 miljoen euro).
- Vereveningen conform besloten in 2012 met betrekking tot doorlichting van plan- en VAT-kosten (0,346 miljoen euro) en vervangingsstop bij de voormalige dienst ondersteuning (0,799 miljoen euro).
- Een onttrekking van 0,137 miljoen euro die ongedaan is gemaakt via een storting van eveneens 0,137 miljoen euro.
De begrote stortingen 2017 van in totaal 6,402 miljoen euro bestaan uit de volgende posten:
- 4,0 miljoen euro conform besloten in 2009 wegens verevening van uitgaven bij het versneld wegwerken van achterstallig onderhoud in de openbare ruimte.
- Verevening van saldi over de jaren conform besloten in 2013 (1,812 miljoen euro) en in 2014 (0,590 miljoen euro).
De begrote onttrekkingen 2017 van in totaal 5,731 miljoen euro bestaan uit de volgende posten:
- Een onttrekking van 5,0 miljoen euro welke is ingezet in het financiële beeld bij Voorjaarsnota 2014.
- 0,408 miljoen euro wegens verevening van saldi over de jaren conform besluit bij Voorjaarsnota 2015.
- Onttrekkingen ten behoeve van subsidie suppletie bij verzelfstandiging van de Bibliotheek (0,027 miljoen euro) en de Stadsschouwburg (0,060 miljoen euro).
- Vereveningen conform besloten in 2012 met betrekking tot doorlichting van plan- en VAT-kosten (0,236 miljoen euro).
De begrote stortingen 2018 van in totaal 3,184 miljoen euro bestaan uit de volgende posten:
- Verevening van saldi over de jaren conform besloten in 2014 (2,296 miljoen euro) en in 2015 (0,292 miljoen euro).
- Storting van het begrotingssaldo van 0,596 miljoen euro conform Voorjaarsnota 2015.
De begrote onttrekkingen 2018 van in totaal 0,159 miljoen euro bestaan uit:
- Onttrekkingen ten behoeve van subsidie suppletie bij verzelfstandiging van de Bibliotheek (0,031 miljoen euro) en de Stadsschouwburg (0,020 miljoen euro) en diverse kleine vereveningsposten.
- Vereveningen bij doorlichting van plan- en VAT-kosten (0,112 miljoen euro).
De begrote stortingen 2019 van in totaal 6,266 miljoen euro bestaan uit de volgende posten:
- Storting wegens verevening van het begrote resultaat op een grondexploitatie voor een bedrag van 4,0 miljoen euro.
- Storting van het begrotingssaldo van 2,045 miljoen euro conform Voorjaarsnota 2015.
- Storting wegens subsidie suppleties bij verzelfstandiging het Centraal Museum (0,201 miljoen euro) en Stadsschouwburg (0,020 miljoen euro).
De begrote onttrekkingen 2019 van in totaal 0,077 miljoen euro bestaat:
- Vereveningen conform besloten in 2012 met betrekking tot doorlichting van plan- en VAT-kosten (0,050 miljoen euro) en diverse kleine posten (0,027 miljoen euro).
Beleidsnota's
Meerjarige beleidsvoornemens die zijn opgenomen in beleidsnota's, -visies of -kaders:
- Referentiekader budgetstructuur Leidsche Rijn (nog niet beschikbaar)
- Nota lokale heffingen 2015-2018 (pdf 215 kB)